De eigenschappen van Jibreel

De eigenschappen van Jibreel

Allah heeft Jibreel met grootse karaktereigenschappen beschreven, aangezien Hij zegt: 

''En Ik roep tot getuige datgene wat terugkeert, Zijn loop volgt en ondergaat, En de nacht wanneer deze heengaat. En de dageraad als deze aanbreekt. Dat is voorzeker de boodschap van een edele boodschapper, Vol van macht en een hoge rank, bevestigd door de Heer van de Troon, Die gehoorzaamd moet worden en vertrouwenswaardig is.''

(Surah At-Takweer; 15-21) 

Zijn eerste eigenschap: Kracht: Allah zegt: 

''Vol van macht en een hoge rank, bevestigd door de Heer van de Troon.''

(Surah at-takweer;20) De “Heer van de Troon” verwijst naar Allah. 

Zijn tweede eigenschap: Positie: Allah zegt: 

''Vol van macht en een hoge rank, bevestigd door de Heer van de Troon.''

(Surah at-takweer – 20) Dit betekent dat hij een hoge positie heeft bij Allah, welke niemand anders heeft bereikt.

Zijn derde eigenschap: Gehoorzaamheid: Alle engelen gehoorzamen Jibreel met de Toestemming van Allah.

Zijn vierde eigenschap: Vertrouwenswaardigheid: Dit verwijst naar de openbaring, zodat hij er geen toevoegingen of veranderingen aan maakt, maar Hij deelt het mede zoals Allah het hem geopenbaard heeft. 

De Profeet Mohammed ziet Jibreel:

Allah zegt: 

''En uw metgezel is niet krankzinnig.'' (Surah at-Takweer; 22). Dit is wat de ongelovigen over hem zeiden.

''En hij zag hem (Gabriël) aan de heldere horizon.'' (Surah at-Takweer; 23) Mohammed (vzmh) zag Jibreel twee keer aan de horizon. 

De eerste keer: Dit was in de vallei van Mekka. De Profeet Mohammed deed zijn hoofd omhoog en zag hem in de lucht en hij had 600 vleugels. Elk van zijn vleugels blokkeerden de horizon.

De tweede keer: Allah zegt: ''En voorzeker, hij zag hem ook bij een andere nederdaling. Bij de Lotusboom waar niemand voorbij mag gaan.'' 

(Surah An-Najm 13-14) 

Dit gebeurde gedurende de nacht waarin de Profeet saw de hemel in steeg en hem in zijn natuurlijke staat zag.

Dit zijn de eigenschappen van Jibreel. Allah zegt:

''Waarlijk, dit is het woord (gebracht door) een gewaardeerde engel.''

(Surah at-Takweer;19)

Dit betekent; ook al is de Koran het woord van Allah, wordt het hier toegeschreven aan Jibreel, aangezien hij degene is die het aan Mohammed heeft overgebracht. Dus hij brengt het over van Allah, hij dicteerde het aan onze boodschapper, Mohammed, het overbrengend van Allah. Maar het is het woord van Allah. Het woord wordt alleen toegeschreven aan degene die het oorspronkelijk samenstelt, niet aan degene die het zegt en overdraagt van iemand anders. Maar het woord van Allah is hier toegeschreven aan Jibreel vanuit het perspectief dat hij het overbrengt.