Alle lof zij Allah, de Ene, en vrede en zegeningen zij met degene na wie er geen Profeet meer zal zijn.
Krant van Riyad, uitgave 4887 van 17 Ramadan 1401 H (18 juli 1981). Dit artikel had de titel: ‘De Voorbeschikking en haar wreedheid’. Schrijfster Qoemaashah al-Ibraahiem zegt daarin het volgende: “Wij hebben in dit leven geen rechten. Wij zijn slechts passanten die in de greep worden gehouden van de Voorbeschikking. Wanneer zij genoeg van ons heeft, gooit ze ons naar een andere wereld (het Hiernamaals). De Voorbeschikking speelt met onze vreugde en verdriet.”
Dit soort uitspraken zijn in strijd met het zuivere monotheïsme, het geloof en de Voorbeschikking van Allah. De Voorbeschikking van Allah is geen onnozel vermaak, en de tijd knoeit niet. Alles in dit leven gebeurt met de Ultieme Kennis en Voorbeschikking van Allah. En het is Allah, de Verhevene, Die de dag en nacht bestuurt en Hij is het Die het geluk en ellende bepaalt conform Zijn Ultieme Wijsheid. Deze Wijsheid kan verborgen gehouden worden voor de mens, omdat diens kennis beperkt is en deze Goddelijke Wijsheid zijn verstand te boven gaat.
Alles dat bestaat, behoort tot de schepping van Allah. Hij heeft deze geschapen met Zijn Wil en Kracht. Zijn Wil geschiedt en wat Hij niet wil, zal ook niet gebeuren. Hij is Degene Die geeft en neemt, en Hij is Degene die doet verminderen en vermeerderen. Hij is Degene Die vereert en vernedert. Hij verrijkt iemand en doet hem verarmen. Hij is Degene Die doet dwalen en Die leidt. Hij bepaalt wie gelukzaligheid zal kennen en als ellendeling door het leven gaat. Hij schenkt het koningschap aan wie Hij wil en ontneemt dit van wie Hij wil. Hij heeft de schepping vervolmaakt.
Alle Daden, Geboden en Verboden van de Schepper gaan gepaard met een ultieme wijsheid en een prijzenswaardig doel. Hij, de Geprezene, wordt bedankt voor dit alles ook al begrijpt de mens dit niet vanwege zijn gebrek aan begrip.
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd dat Allah zegt:
“De zoon van Adam heeft Mij beledigd. Hij heeft de tijd uitgescholden en Ik ben de Tijd. In Mijn hand bevindt zich het Bevel en Ik wissel de nacht en de dag.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
En in een andere versie: “Scheld de tijd niet uit, want Ik ben de Tijd.”
En in nog een andere versie staat in de overlevering: “O zoon van Adam zeg niet: “O verdoemde tijd”, want Ik ben de Tijd. Ik dirigeer de nacht en de dag en als Ik wil dan houd ik ze vast.”
De Arabieren waren in de pre-islamitische tijd gewoon om dat wat hen overkwam aan calamiteiten en ontberingen toe te schrijven aan de tijd. Zij zeiden: “Zij zijn getroffen door het onheil van de tijd die hen heeft vernietigd.”
Door het beschuldigen van de tijd scholden zij Degene uit die de tijd heeft geschapen, namelijk Allah de Glorieuze en Majestueuze. Want Hij is in werkelijkheid Degene die doet waar zij over klagen. Daarom werd het hen verboden om de tijd te vervloeken. Dit is de uitleg van de overlevering, zoals o.a. imam ash-Shaaficie, Aboe cOebayd, Ibn Djarier, al-Baghawie en anderen hebben gezegd.
Zijn uitspraak “Ik wissel de nacht en de dag” betekent dat alles dat hun overkomt aan goede en slechte zaken alleen gebeurt met de Wil van Allah. Hij kent geen deelgenoten in Zijn Heerschappij, Kennis en Wijsheid. Alles wat Hij wil, zal geschieden en wat Hij niet wil zal niet geschieden. Het enige dat wij hierin dienen te doen, is Hem te lofprijzen in zowel goede als slechte tijden, altijd van het goede uit te gaan als het Hem betreft en altijd terug te keren naar Hem door middel van het tonen van berouw. Allah zegt:
“Wij stellen jullie op de proef met het slechte en het goede, als een beproeving, en tot Ons worden jullie teruggekeerd.”
(Soerat al-Anbiyaa’: 35)
In het boek ‘Kitaab at-Tawheed’ van de hervormer Imam Mohammed Ibn cAbdoel-Wahhaab staat een hoofdstuk over dit onderwerp, genaamd: ‘Degene die de tijd vervloekt, heeft Allah beledigd’. Hierin heeft hij bovenstaande overlevering aangekaart en er de volgende leerstellingen bij vermeld:
- Het verbod op het vervloeken van de tijd.
- De benoeming ervan als het beledigen van Allah.
- Het overpeinzen van Zijn Uitspraak: Voorwaar, Allah is de Tijd.
- Dat hij een belediger is, zelfs wanneer hij niet de intentie hiertoe heeft.
En dit is waarom de schrijfster (moge Allah haar vergeven) een fout heeft gemaakt met het toeschrijven van wreedheid aan de tijd. Zoals reeds genoemd is, is het niet de Voorbeschikking die het werk doet, maar Allah die de Bezitter is van alle zaken. Dit alles gaat natuurlijk gepaard met een Ultieme Wijsheid. En wreedheid kan niet toegeschreven worden aan Allah. Integendeel, Hij is juist Barmhartig tegenover Zijn dienaren. Hij toont meer barmhartigheid jegens hen dan een moeder jegens haar kind, zoals in de authentieke overlevering is verhaald:
“Allah is meer Barmhartig met Zijn dienaren dan de moeder met haar kind.”(al-Boekhaari en Moeslim)
We dienen onze pennen te vrijwaren van dit soort gevaarlijke valkuilen. Laten we de Bevelen van Allah en Zijn Boodschapper naleven, ons monotheïsme vervolmaken en uit de buurt blijven van de zaken die dit tenietdoen. En de media zijn - zoals bekend - zeer omvangrijk in hun verkondiging en hebben een grote invloed op de mensen. Het veelvuldig herhalen van woorden zoals deze zorgt ervoor dat deze bekendheid krijgen onder de mensen. Zij (de mensen) worden, ondanks het verbod hierop, makkelijk in het gebruiken van dit soort woorden. Met name de jongere generaties.
Wij vragen Allah om ons te leiden naar het rechte Pad en dat Hij ons behoedt voor versprekingen door middel van de pen en de tong. Voorwaar, Hij is Alhorend en verhoort de smeekbedes. En Allahs vrede en zegeningen zij met onze Profeet Mohammed, zijn familie en metgezellen.
Sheikh cAbdul-cAziez Ibn Baaz
(Madjmoec ul-Fataawaa war-Rasaa’il, boekdeel 1)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter ...