Een korte dialoog tussen een moslim en een ongelovige
Ergens in een westers land brak de tijd van het gebed aan. Een moslim betrad een openbare wasruimte om daar de woedoe’ (rituele wassing) te verrichten. En tegelijkertijd was daar een niet-moslim man aanwezig die vreemd naar hem opkeek. Toen onze broeder op het punt stond om zijn voeten te wassen, hief hij zijn voeten omhoog om deze in de wasbak te plaatsen. Dit werd de man die toekeek teveel, waarop hij in alle verontwaardiging tegen de moslim schreeuwde: “Wat doe je nu weer!”
De moslim antwoordde met een glimlach op zijn gezicht: “Ik verricht de woedoe’.”
De man zei: “Jullie moslims zijn maar viezeriken. Jullie vervuilen altijd openbare plaatsen. En nu probeer je mij wijs te maken dat je jezelf aan het reinigen bent, terwijl je nu de wasbak met je smerige voeten vies maakt? Deze wasbak is bedoeld voor het wassen van je handen en gezicht en moet dus schoon blijven.”
Hierop vroeg de moslim: “Mag ik je een vraag stellen die je mij in alle eerlijkheid zult beantwoorden?”
De ongelovige antwoordde: “Ga je gang.”
De moslim vroeg: “Hoeveel keer per dag was je jouw gezicht?”
Waarop de ongelovige antwoordde: “Eén keer per dag, bij het opstaan en soms nog eens als ik overmand wordt door vermoeidheid en stress.”
De moslim antwoordde glimlachend: “Wat mij betreft, ik was mijn voeten vijf keer per dag. Vertel mij dan, wat is schoner: mijn voeten of jouw gezicht…” Hierop was de ongelovige met stomheid verslagen en vertrok.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter ...