- Mensen hebben heerschappij over dieren
De Heilige Koran verklaart dat de mens de heerschappij heeft over dieren.
"Hij is het, Die u tot stedehouders op aarde heeft gemaakt."
(Koran 35:39)
maar, Hij maakt duidelijk dat deze verantwoordelijkheid niet onvoorwaardelijk is en verklaart wat zal gebeuren met diegene die hun vrijheid van keuze misbruiken en die falen om te voldoen aan de voorwaarden die deze verantwoordelijkheid begrenzen.
"Daarna laten Wij hem vervallen tot het allerlaagste."
(Koran 95:5)
"Zij hebben harten maar begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen er niet mede. Zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (dan dit), zij zijn de achtelozen."
(Koran 7:179)
Er zijn mensen, die het gegeven van de heerschappij van de mens over de dieren als een vrijbrief zien om alle gevestigde morele regels te breken die juist ontworpen zijn om de rechten van de dieren te beschermen.
De imam Hazrat Ali heeft dit te zeggen over (degene die hun leiding over de zwakken misbruiken) "Een wild en gevaarlijk beest is beter dan een slecht en onderdrukkend heerser".
Nogmaals, de Heilige Koran maant ons dringend:
"En weest niet zoals degenen, die zeggen: "Wij horen," maar zij horen niet.
Voorzeker, de verachtelijkste van alle schepselen, in de ogen van Allah, zijn de doven en de stommen die niet willen begrijpen." (8:21-22)
- Dieren zijn onze Onderwijzers
Moslims worden vaak geadviseerd door hun leraren om lessen te leren van sommige soorten dieren. Bijvoorbeeld, de imam Hazrat Ali geeft zijn advies:
"Wees als een bij, alles wat hij eet is schoon, alles wat hij laat vallen is zoet, en de tak waarop hij zit breekt niet."
(imam Hazrat Ali bin Abi Talib was de schoonzoon van de profeet Mohammed (vrede en zegeningen met hem) en de vierde Kalif (644-656)
- Dieren zijn leden van gemeenschappen en de familie van God
De profeet Mohammed (vrede en zegeningen met hem) zei:
"Alle schepselen zijn als familie (Ayal) van God: en Hij houdt het meest van diegenen die het meeste goed doen voor Zijn familie.''
(verteld door Anas, aangehaald door Bukhari)
De Heilige Koran zegt:
"En er is geen beest dat op de aarde kruipt, noch een vogel die op zijn vleugels vliegt, of zij vormen gemeenschappen, zoals gij.''
(6:38)
De profeet (vrede en zegeningen met hem) zei:
"Degene die goed is voor een schepsel van God, is goed voor hemzelf."
Volgens de Koran-geleerden: leven dieren allemaal een leven, individueel of in gemeenschappen, zoals leden van een menselijke gemeenschap. In andere woorden, zij zijn als gemeenschappen met hun eigen rechten en niet in relatie tot menselijke soorten of zijn waarden.
Deze details zijn genoemd om het punt te benadrukken dat zelfs soorten die in het algemeen beschouwd worden als onbelangrijk of zelfs gevaarlijk, verdienen om als een gemeenschap te worden behandelt, en dat hun wezenlijke en niet waarneembare waarden erkend zouden moeten worden, ongeacht hun nutteloosheid of hun schijnbare schadelijkheid.
Een veelzeggend punt om op te merken is, dat de menselijke 'gemeenschap' tussen dezelfde aanhalingstekens wordt geplaatst als de gemeenschappen van alle ander soorten. De volgende hadith laat geen twijfel bestaan over de plaats waarin de Heilige Koran het woord 'gemeenschap" gebruikt. Abu Huraira vertelde dat de profeet (vrede en zegeningen met hem) vertelde over een incident dat een andere profeet overkwam, in het verleden. Deze profeet werd gebeten door een mier en in boosheid, gaf hij opdracht om het mierennest te verbranden. God berispte hem met de volgende woorden:
"omdat een mier jou heeft gebeten, verbrand je een hele gemeenschap die Mij verheerlijkte."
(Bukhari en Muslim)
De Islamitische wet (Shari'ah) is, voor wat betreft de rechten van de dieren zeer gedetailleerd en expliciet. In het geval van het mierennest, zou de volgende gerechtelijke regel van toepassing zijn:
"Elke schade of schade uit wraak voor een schade, is verboden.''
(La zarara wa la zirar)
- Communicatie tussen mensen en dieren
Er zijn ontelbare legendes over heiligen die konden praten met dieren. Hoe dan ook, uit gebrek aan bewijsvoering, worden ze meestel als fabeltjes afgedaan. Er is een bewering in de Heilige Koran, echter, die bewijst dat mensen in tijd van Koning Salomon het spreken met dieren door overlevering machtig waren.
Misschien was de menselijke beschaving in die tijd meer afgestemd op de natuur dan vandaag.
Het Koranvers gaat als volgt:
"En Salomo volgde David op en hij zeide: "O gij mensen, ons is de taal der vogelen onderwezen, en ons werd alles geschonken. Dit is inderdaad Gods openbare gunst."
(27:16)
De Heilige Koran vertelt ons dat God feitelijk communiceert met dieren, zoals het volgende vers laat zien:
"En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): "Maakt huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen men bouwt."
"Eet dan van alle soorten vruchten en volgt onderdanig de wegen van uw Heer."
(16:68-69)
De Heilige Koran gebruikt hetzelfde Arabische woord "Wahi" voor Gods "openbaring" aan al zijn profeten (waaronder de Heilige profeet Mohammed, vzmh), als in het geval van de bij, hierboven. Het bewijst de fundamentele waarheid, dat dieren een voldoende graad van psychische begaafdheid hebben om God's boodschappen te kunnen verstaan en op te volgen. Een gave die verder gaat dan instinct en intuïtie.
- Dieren hebben een bewustzijn
Vele passages in de Heilige Koran en Hadith verklaren dat alle dieren begiftigd zijn met ziel en geest en er is overvloedig bewijs in de Heilig Koran om te suggereren dat het bewustzijn van ziel en geest van de dieren een graad hoger is dan slechts instinct en intuïtie. We worden verteld in de Heilige Koran dat dieren zich bewust zijn van hun Schepper, en vandaar, betuigen zij hun respect aan Hem door aanbidding en verering.
"Ziet gij niet, dat alles in de hemelen en op aarde, ook de vogels met hun uitgespreide vleugels Allah verheerlijken? Een ieder kent zijn eigen bidden en lofzang. En Allah weet goed wat zij doen."
(24:41)
De bewering "Een ieder kent zijn eigen bidden en lofzang" heeft op zich weinig waarde. Het uitvoeren van een vrijwillige daad, bewust en met intentie verricht, vraagt een hoger verstandelijk vermogen dan instinct en intuïtie.
Voor het geval dat sommige mensen betwijfelen dat dieren zo'n verstandelijk vermogen bezitten, het volgende vers brengt naar voren dat het slechts menselijke onwetendheid is dat hen weerhoudt van het begrijpen van dit fenomeen:
"De zeven hemelen en de aarde en degenen die daarin vertoeven prijzen Zijn heerlijkheid. En daar is niets dat Hem niet met de lof die Hem toekomt verheerlijkt; doch gij begrijpt hun verheerlijking niet.'' (17:44)
Het volgende vers verteld ons hoe alle elementen in de natuur en het hele dierenrijk in harmonie functioneren met Gods wetten, het zijn slechts enkele mensen die hierop inbreuk maken en, daardoor, onheil over zichzelf afroepen. De Heilig Koran weidt herhaaldelijk uit over dit thema en legt de nadruk op het punt dat de mensen zichzelf in harmonie met de natuur moeten brengen, volgens de wetten van God, zoals alle andere schepselen doen.
"Hebt gij dan niet gezien dat alles zich voor Allah neder werpt, wat in de hemelen en op aarde is, de zon, de maan, de sterren, de bergen, de bomen, het vee en een groot deel der mensen; maar toch valt nog velen de kastijding ten deel."
(22:18)
Een Nederlands team van wetenschappers heeft wetenschappelijk bewijs gevonden voor geestelijk lijden van dieren.
Zij hebben ontdekt dat, net als het menselijke brein, ook een dierlijk brein, een stof afscheid genoemd 'Endorfine', om met emotionele stress en pijn, als gevolg van frustratie en conflicten, om te kunnen gaan.
Deze substantie is 100 keer sterker dan morfine. (Dit is gemeld in de nieuwsbrief van de "World Farming Agscene", in Augustus 1985 20 Lavant Street, Petersfield, Hants, Engeland)
- Dieren en mensen moeten de natuurlijke bronnen delen
Wanneer eenmaal vast staat dat elk dierensoort een "gemeenschap" gelijk de menselijke gemeenschap is, is het redelijk dat ieder en elk schepsel op de aarde, het geboorterecht heeft om te delen in de natuurlijke bronnen. Met andere woorden, elk dier is een gemeenschappelijke huurder samen met de menselijke soort op deze planeet.
Maar, de mens is altijd in strijdt geweest met de dieren om voedsel, en het probleem heeft zich verdiept in de huidige wereldsituatie, vooral als gevolg van het moderne landbouwkundige mismanagement.
De Heilige Koran heeft geprobeerd om de angst van de mens te verlichten door hem te verzekeren dat God niet alleen de Schepper is maar ook de Voorziener en de Voeder van alles wat hij Schept. Echter, de Heilige Koran stelt ook de voorwaarde, dat menselijke wezens, zoals alle andere schepsels, moeten werken voor hun voedsel. En dat hun aandeel evenredig zal zijn aan hun arbeid.
"Dat de mens slechts krijgt wat hij heeft nagejaagd." (Koran 53:39)
De Heilige Koran legt herhaaldelijk de nadruk op het feit dat voedsel en ander natuurlijke bronnen er zijn om billijk te verdelen met andere schepsels.Hieronder volgen een aantal van ontelbare zulke verzen:
"De mens moet maar eens zijn voedsel bekijken.
Dat Wij het water in gutsen uitgieten ,
Dan de aarde in voren openbreken
En dan erin laten ontspruiten: graan,
Wijnstokken en voedergewassen,
Olijfbomen en palmen,
In Dichtbegroeide boomgaarden,
Vruchten en foerage,
Als vruchtgebruik voor jullie en jullie vee."
(Koran 80:24-32)
En ook in de volgende verzen, wordt de vrijgevigheid van de natuur opgesomd met het accent op het aandeel van de dieren hierin. Alles is geschapen voor mensen en voor niet-menselijke wezens:
"En Hij is het die de winden als verkondigers van goed nieuws voor Zijn barmhartigheid uitzendt. En Wij laten uit de hemel rein water neerdalen om daarmee een dode streek tot leven te brengen en om daarmee veel van wat Wij geschapen hebben , vee en mensen, te drinken te geven."
(Koran 25:48-49)
"Hebben zij dan niet gezien dat Wij het water naar de kale aarde drijven en er dan landbouwgewassen mee voortbrengen waarvan hun vee en zijzelf eten? Hebben zij dan geen inzicht?"
(Koran 32:27)
"Hij bracht haar water en haar weiden te voorschijn
en de bergen heeft hij stevig aangebracht,
als vruchtgebruik voor jullie en jullie vee."
(Koran 79:31-33)
Er is geen twijfel dat de boodschap alle dieren betreft en niet alleen geldt voor huisdieren en voor de veestapel wiens welzijn voor ons van belang is.
"En er is geen dier op aarde of God zorgt voor zijn levensonderhoud en Hij kent zijn verblijfplaats en bewaarplaats. Alles staat in een duidelijk boek." (Koran 11:6)
"En Hij heeft de aarde voor Zijn schepselen gemaakt." (Koran 55:10)
De Essentie van de Islamitische leer over "Dieren rechten", is dat het ontnemen van een eerlijk deel in de natuurlijke bronnen aan de dieren, zo een grote zonde is in de ogen van God, dat het strafbaar is door middel van zeer zware vergelding.
De Heilige Koran omschrijft hoe het volk van Thamud eiste dat de profeet Saleh (vrede met hem) aan hun een teken zou geven om te bewijzen dat hij een profeet van God was (De stam van Thamud waren afstammelingen van Noach).
Ten tijde van dit voorval, onderging de stam een voedsel en waterschaarste, daardoor verwaarloosde het haar veestapel. Er werd aan de profeet Saleh (vrede met hem) geopenbaard om een vrouwtjes kameel apart te nemen als een symbool en om de mensen te vragen haar haar eerlijk aandeel van water en voedsel te geven. De stam van de Thamud beloofden dat te doen, maar later doodden zij de kameel. Als straf werd de stam vernietigd. Dit incident is vele malen genoemd in de Heilig Koran in verschillende contexten.
(Koran 7:73, 11:64, 26:155, 156:54, 54:27-31)
- Is het lijden van dieren lotsbeschikking (God's Wil) of de fout van mensen?
Veel mensen begrijpen de werkelijke zin van de leerstelling van "voorbeschikking" of "lot" (al-qada' wa-l-qadar) verkeerd. De letterlijke betekenis van "voorbeschikking" in de islamitische zin van het woord is: "Vooraf vastleggen van de bestemming van iemand of iets", in de betekenis van het vastleggen van aanleg, bekwaamheid, begaafdheid, functie en andere verstandelijke vermogens. De heilige Koran gebruikt het Arabische woord al-qadar wat beschikking of lot betekent, zelfs voor de vaststaande omloop van de planeten, voor niet organische materie als ook voor bezielde wezens, menselijke wezens inbegrepen. Binnen deze vooraf vastgestelde begrenzingen, echter, kunnen omstandigheden ten goede worden veranderd, lijden zou kunnen worden vermeden of verminderd door menselijke inzet en vaardigheden.
- Dierproeven
Wetenschappelijke en geneeskundige experimenten op dieren worden gedaan om genezing te vinden voor ziektes, waarvan de meeste veroorzaakt zijn door onze eigen ongeordende leefwijze. Alle menselijke problemen, lichamelijk, mentaal of spiritueel, zijn door ons zelf gecreëerd en onze wonden zijn door onszelf toegebracht. Met de beste wil van de wereld kunnen wij geen reden vinden om de dieren de schuld te geven, van welke problemen van ons dan ook, en ze hiervoor te laten lijden.
Dit alles, deze dierproeven, en het andere leed, wordt hen slechts aangedaan om de menselijke behoeften te bevredigen, waarvan de meeste niet-noodzakelijk, buitensporig en verspillend zijn en waarvoor meestal gemakkelijk alternatieve en meer diervriendelijke producten beschikbaar zijn.
Dieren te doden, om de menselijke behoeften naar onbelangrijke zaken te bevredigen, is een innerlijke tegenspraak in de islamitische traditie.
Laten wij hopen dat er een dag zal komen, wanneer de grote religieuze leer uiteindelijk zijn vruchten mag afwerpen; wanneer we het begin van een nieuw tijdperk zullen zien, wanneer de mens het respect en de status aan dieren toekent, die hen al zo lang toekomt en die hen al zo lang is ontzegt.
Vivisectie bestond nog niet in de tijd van de heilige profeet Mohammed (vzmh) en daarom is het niet speciaal aangehaald in de wetgeving (shari`ah). Leiding over zulke onderwerpen komt van argumentatie en gevolgtrekking (ijtihaad).
Een van de voornaamste excuses voor alle soorten wreedheden die tegen dieren worden begaan, is een egoïstisch belang of menselijke behoefte.
Laat ons eens kijken hoe de wettelijke regels de woorden 'behoefte' en 'belang' omschrijven en laten wij dan aan de hand van deze omschrijvingen deze redenen beoordelen.
De basale juridische wet (al-qa`idatul-fiqhiyah) die van toepassing zou kunnen zijn op de legitimiteit van deze experimenten is:
"Iemands belang of behoefte heeft geen voorrang boven iemand anders zijn rechten." (al-idtiraru la yabtil haqqal-ghair)
Behoeften worden onderverdeeld in drie categorieën:
Noodzakelijke behoeften (al-masalih ad-daruriyah) zonder welke het leven niet in stand kan worden gehouden;
Behoeften nodig voor comfort en verlichting van pijn of van elk soort ongemak, of voor het verbeteren van de kwaliteit van het leven (al-masalih-al-hayya);
En luxe behoeften (al-masalih at- tahsiniyah) gewenst voor het plezier of genietingen.
Regels die van toepassing kunnen zijn op deze behoeften, zodat wij kunnen onderscheiden of experimenten op dieren toegestaan zouden zijn, zouden kunnen zijn:
"Wat leidt tot het verbodene, is in zichzelf verboden. (Ma 'ada ila-l-haram, fa huwa haram)". Deze regel geeft aan, dat materiele zaken (inclusief voedsel) die verkregen zijn door slechte handelingen (zoals het uitvoeren van onnodige experimenten op dieren), op zichzelf verboden zijn (haram).
"Geen schade kan ongedaan worden gemaakt door een gelijke of grotere schade aan te richten" (Ad-darar la yuzalu bi mithlihi aw bi dararin akbaru minhu).
Subhan Allah, er staat Allah op zijn vacht |
Wanneer we onze gezondheid en andere behoeften door onze eigen onbezonnenheid schaden, hebben we geen recht om dieren hiervoor op te laten draaien door gelijkwaardige of nog grotere schade bij hen aan te brengen, zoals het onnodig verrichten van experimenten om geneesmiddelen te vinden voor de door ons zelf veroorzaakte ziektes.
"Zoek uw toevlucht tot alternatieven, wanneer het origineel ongewenst wordt" (Idha ta'zuro al-aslu, yusaru ila-l-badl). Deze regel legt grote morele verantwoordelijkheid op aan medische studenten en degenen die de experimenten uitvoeren om naar alternatieven te zoeken.
Het basale punt, dat nodig is om te begrijpen hoe het zit met het gebruiken van dieren in de wetenschap, is dat dezelfde morele, ethische en wettelijke codes voor het behandelen van dieren, ook van toepassing zijn op mensen. Volgens de islam, is alle leven heilig en heeft het recht op bescherming en behoud.
De heilige profeet Mohammed, vrede zij met hem, heeft zoveel nadruk gelegd op dit punt, dat hij verklaarde:
"Er is geen man die zonder reden (ook maar) een spreeuw of iets kleiners dood, zonder dat God hem hierover zal ondervragen".
Overgeleverd door Ibn `Umar en door `Abdallah bin al-`As. An-Nasa'i, 7:206-239, Beirut. Ook door Musnad al-Jami - Ad-Darimi; Delhi, 1337. Als ook, Mishkat al-Masabih;
"Hij die barmhartigheid toont over (zelfs) een spreeuw en zijn leven spaart, voor hem zal God barmhartig zijn op de Dag des Oordeels" (Overgeleverd door Abu Umama. Doorverteld door Al-Tabarani).
Zoals alle andere wetten in de islam, zijn de wetten over de behandeling van dieren genoemd in het geval van uitzonderen en zijn zij gebaseerd op het criterium: "Daden zullen worden beoordeeld naar de intentie" (al-`amalu bi-nniyah) . Wanneer het leven van een dier kan worden gered door de amputatie van een deel van zijn lichaam, dan zal het in de ogen van God een prijzenswaardige handeling zijn.
Er is geen twijfel dat het islamitische verbod tegen het snijden in, of verwonden van levende dieren, vooral wanneer dit pijn en lijden als resultaat heeft, van toepassing is op de hedendaagse term vivisectie in de wetenschap.
Wij zijn in staat deze uitleg van de islamitische leerstelling te onderschrijven, niet slechts door te refereren aan de bovengenoemde representatieve overleveringen (ahadith), maar ook door aan de Heilige Koran te refereren.
In de verzen hieronder geciteerd, wordt het principe gehanteerd dat enige interventie met het lichaam van een levend dier, welke pijn en vervorming tot gevolg heeft, in tegenstelling is met de islamitische zienswijze.
Deze verzen werden geopenbaard om de verwerping van de heidense bijgelovige gewoonte te onderschrijven, waarbij vrouwtjes-kamelen, ooien of vrouwtjes-geiten die een bepaald aantal jongen hadden gebaard, de oren werden afgesneden en vervolgens vrij werden gelaten. Zij werden aanbeden als afgoden.
Zulke gewoontes werden in de Heilige Koran afgeschilderd als duivelse daden, in de volgende woorden:
God vervloekte hem (Satan), omdat hij gezegd had:
"Allah heeft hem vervloekt. En hij (Satan) zeide: Ik zal voorzeker een bepaald deel van uw dienaren nemen. En ik zal hen zeker doen dwalen en ijdele begeerten in hen opwekken en ik zal hen voorzeker ophitsen en zij zullen de oren van het vee afsnijden en ik zal hen voorzeker aansporen en zij zullen Allah's schepping bederven." Derhalve hij, die buiten Allah Satan tot vriend neemt, zal zeker zichtbaar verlies leiden". (Koran 4:118-119)
Asalamu alaikum,
BeantwoordenVerwijderenThx for sharing.
Look out for my "After Hajj" post coming soon! Your wise words welcomed..
Take Care