Translate

zaterdag 24 november 2012

Schendingen aan het adres van de Profeet – deel 2

Schendingen aan het adres van de Profeet – deel 2















Het voorbeeld dat Sheikh ash-Shanqietie heeft aangehaald in deel 1 van dit artikel is slechts één uit vele voorbeelden van mensen die door Allah gestraft werden, omdat zij de eer van de Profeet (vrede zij met hem) hadden geschonden. Hieronder volgt een aantal andere voorbeelden:


  • 1

Anas verhaalt een gebeurtenis in een sterke overlevering over een christen die was bekeerd naar de Islam. Deze christen had na zijn bekering Soerat al-Baqarah en Soerat Aali-cImraan uit het hoofd geleerd. Hij schreef deze twee hoofdstukken op voor de Profeet (vrede zij met hem). Achteraf is hij teruggekeerd naar het Christendom. Deze christen zei: 


“Mohammed kent slechts datgene wat ik voor hem heb opgeschreven.” Allah, de Verhevene, heeft hem vervolgens gedood, waarna hij is begraven. De ochtend brak aan en intussen had de aarde hem (het lijk) eruit geworpen. De mensen zeiden: “Dit is wat Mohammed en zijn metgezellen hebben gedaan, omdat hij gevlucht was van hen. Zij hebben onze vriend opgegraven en hem eruit gegooid.” Ze groeven vervolgens een diep graf voor hem. De volgende ochtend was hij er wederom uit geworpen. Zij zeiden wederom: “Dit is wat Mohammed en zijn metgezellen hebben gedaan, omdat hij gevlucht is van hen.” Ze groeven opnieuw een nog dieper graf. De volgende ochtend was hij echter weer uit de aarde geworpen. Zij wisten hierna dat dit niet door de mensen gedaan werd en hebben hem vervolgens weggeworpen.

Sheikh ul-Islaam ibnoe Taymiyah becommentarieerde deze gebeurtenis en zei: “Deze vervloekte persoon die de Profeet (vrede zij met hem) belasterde door te zeggen dat de Profeet slechts datgene kent dat hij voor hem heeft opgeschreven, is door Allah uiteindelijk te schande gebracht. Allah heeft hem ontmaskerd door hem uit zijn graf te halen, nadat hij meerdere keren was begraven. Dit is een buitengewone zaak die elke persoon eraan herinnert dat dit de bestraffing is van Allah, omdat hij die uitspraak heeft gedaan en omdat hij loog over de Profeet. Waarom gebeurt dit niet bij de andere doden? Dit is namelijk een veel grotere misdaad die erger is dan 'slechts' afvallig worden. Hoe kan het zo zijn dat de andere afvalligen dit niet overkomt? Het is Allah, de Verhevene, die Wraak neemt voor Zijn Profeet tegen degenen die hem belasteren en uitschelden. Tevens toont Allah Zijn Religie en toont Hij de leugens van de leugenaars aan wanneer de mensen zelf niet in staat zijn om een grens te stellen voor hen.”


















  • 2

Aboe Lahab was één van de grootste verloochenaars van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem). Ook was hij één van degenen die Profeet Mohammed de meeste schade berokkende. Allah bracht ook hem op een afschuwelijke wijze om het leven middels een kwaadaardige ziekte die al-cAdasah (een ziekte net als de pest) werd genoemd. Ibn Djarier at-Tabarie zei in zijn geschiedenisboek: “Al-cAdasah is een aandoening die de Arabieren als een slecht voorteken zagen. Zij zagen deze ziekte als zeer besmettelijk. 


Toen Aboe Lahab getroffen werd door deze ziekte namen zijn kinderen afstand van hem en werd hij tot drie dagen na zijn dood verwaarloosd achtergelaten. Zijn lijk werd niet van dichtbij bezocht wegens de stank en niemand nam de moeite om hem te begraven (vrezend voor de besmetting die zij konden oplopen). Zijn kinderen vreesden voor de schade die zij konden oplopen en besloten om hem alsnog te begraven. Zij groeven voor hem een graf en duwden hem erin met een stok en gooiden er stenen overheen om hem te verbergen.”

Degenen die ook getroffen waren door de onmiddellijke bestraffing, omdat zij de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) bespotten in zijn tijd zijn: Kacb ibn ul-Ashraf, al-Aswad az-Zoehrie, cOeqbah al-Amawie, al-Haarith ibnoe Qays as-Sahmiy en al-cAas ibnoe Waa'il as-Sahmiy.


















  • 3


Sheikh ul-Islaam ibnoe Taymiyah zei: “De Profeet (vrede zij met hem) schreef een brief naar Kisrah en Qaysar. Beiden hadden de Islam niet omarmd. Qaysar was in tegenstelling tot Kisrah edelmoedig omgegaan met het Boek van de Profeet en heeft de gezant van de Profeet (vrede zij met hem) goed behandeld. Wat betreft Kisrah, hij had het Boek van de Profeet (vrede zij met hem) verscheurd en heeft de Profeet (vrede zij met hem) bespot. Allah, de Verhevene, heeft hem vlak daarna om het leven gebracht en zijn heerschappij op een gruwelijke wijze verscheurd. Sindsdien bestond er voor de Perzen geen heerschappij meer. Dit is – en Allah weet het het beste – een verwezenlijking van het volgende vers waarin Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, jouw hater, hij is het die afgesneden is.”
(Soerat al-Kawthar: 3)

Iedereen die de Profeet (vrede zij met hem) haat, afgunst voor hem heeft of hem schade berokkent, Allah zal uiteindelijk met hem afrekenen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie achter ...