Ramadan: Het nachtgebed tijdens de Ramadan
Abu Hurayrah (radiAllahu ‘anhu) heeft gezegd:
“De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) spoorde ons altijd aan om ’s nachts te bidden in de Ramadan, zonder het verplicht te maken. Dan zei hij: ‘Degene die ’s nachts bidt in de Ramadan vanuit geloof en de hoop op beloning, al zijn voorgaande zonden zullen worden vergeven.’ Toen de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) overleed, ging het er zo aan toe (Tarawih werd niet gemeenschappelijk gebeden) en zo bleef het tijdens de khilafah van Abu Bakr (radiAllahu ‘anhu) tot het begin van de khilafah van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu).” (al-Bukhari 226; Muslim 1662)
De beste nacht van de Ramadan is Laylat al-Qadr, omdat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Degene die ’s nachts bidt tijdens Laylat al-Qadr vanuit geloof en de hoop op beloning, al zijn voorgaande zonden zullen worden vergeven.”
(al-Bukhari 34)
Volgens de meest correcte mening is het de zevenentwintigste nacht van de Ramadan. De meeste ahadith verklaren dit, zoals de hadith van Zurr ibn Hubaysh die gezegd heeft:
“Ik hoorde Ubayy ibn Ka’b zeggen dat ‘Abd-Allah ibn Mas’ood had gezegd: ‘Degene die de Sunnah volgt, zal Laylat al-Qadr ‘vangen’!’ Ubayy (radiAllahu ‘anhu) zei: ‘Moge Allah genade met hem hebben, hij wilde niet dat de mensen het als vanzelfsprekend zouden beschouwen en alleen op zouden blijven om één nacht te bidden. Bij Degene naast Wie er geen god is, het is in de Ramadan – en hij zwoer zonder twijfel – en bij Allah, ik weet welke nacht het is. Het is de nacht waarin de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) ons opdroeg om te bidden (qiyaam). Het is de nacht waarvan de ochtend de zevenentwintigste is en het teken ervan is dat de zon die ochtend wit opkomt en zonder stralen.’”
In een andere overlevering werd dit toegeschreven aan de Profeet.
(Muslim 1669 en anderen)
Het is toegestaan om qiyaam gezamenlijk te bidden, het is zelfs beter dan individueel te bidden want dit is wat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) zelf deed en hij verklaarde de deugden ervan. Abu Dharr (radiAllahu ‘anhu) heeft gezegd:
“We vastten de Ramadan met de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) en hij leidde ons niet in qiyaam totdat er nog slechts zeven dagen over waren toen hij ons leidde in het gebed totdat een derde van de nacht voorbij was. Toen er zes dagen over waren, leidde hij ons niet in qiyaam. Toen er vijf dagen over waren, leidde hij ons in het gebed totdat de helft van de nacht voorbij was. Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah, ik wou dat je tot het eind van de nacht door was gegaan.’ Hij zei: ‘Als iemand met de imam bidt totdat hij eindigt, zal het tellen alsof hij de hele nacht gebeden heeft.’ Toen er nog vier nachten over waren, leidde hij ons niet in qiyaam. Toen er nog drie nachten over waren, bracht hij zijn familie, zijn vrouwen en de mensen samen en leidde ons in qiyaam totdat we bang waren dat we al-falaah zouden missen. Ik vroeg: ‘Wat is al-falaah?’ Hij zei: ‘Suhoor.’ Daarna leidde hij ons de rest van de maand niet in qiyaam.’”
(Sahih hadith overgeleverd door de auteurs van Sunan)
De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) leidde hen de rest van de maand niet in qiyaam omdat hij vreesde dat het dan verplicht zou worden en dat zij niet in staat zouden zijn om het te doen, zoals in de hadith van ‘Aisha staat die overgeleverd is in al-Sahihayn en elders. Na de dood van de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) was deze angst geen factor meer aangezien Allah de religie had voltooid. De reden om qiyaam in de Ramadan niet gezamenlijk te bidden, was niet meer van toepassing en de vorige regel dat het gezamenlijke gebed iets is wat voorgeschreven is in de islam, bleef in werking. Aldus deed ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) het gebruik herleven, zoals is overgeleverd in Sahih al-Bukhari en elders.
Vrouwen kunnen de gebeden ook bijwonen, zoals in de hadith van Abu Dharr vermeld staat waar hierboven naar verwezen is. Het is toegestaan om een imam voor hen aan te wijzen, apart van de imam van de mannen. Het is bewezen dat toen ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) de mensen verzamelde om qiyaam te bidden, hij Ubayy ibn Ka’b aanwees om de mannen te leiden en Sulaymaan ibn Abi Hathmah om de vrouwen te leiden. ‘Arfajah al-Thaqafi heeft gezegd: “’Ali ibn Abi Taalib (radiAllah ‘anhu) droeg de mensen op om ’s nachts te bidden in de Ramadan en hij wees een imam aan voor de mannen en een imam voor de vrouwen. Ik was de imam voor de vrouwen.”
Het aantal rak’ahs is elf en naar onze mening is het beter om dit aantal niet te overschrijden, naar het voorbeeld van de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam), want hij deed in zijn leven nooit meer dan dat. ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) werd gevraagd over hoe hij bad in de Ramadan. Ze zei:
“De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) bad nooit meer dan elf rak’ahs (van qiyaam), hetzij tijdens de Ramadan of elke andere tijd. Hij bad er vier en vraag me niet hoe mooi of hoe lang ze waren. Dan bad hij er vier, en vraag me niet hoe mooi of hoelang ze waren. Dan bad hij er drie.” (al-Bukhari 248, Muslim 1607 en anderen)
Een persoon kan minder doen dan dat, zelfs als het slechts één witr-rak’ah is, vanwege het bewijs dat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) dit deed en erover gesproken heeft.
Wat betreft zijn uitvoering hiervan:
''Aisha (radiAllahu ‘anha) werd gevraagd hoeveel rak’ahs de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) gewoonlijk in witr bad. Ze zei: “Hij bad er vier en drie of zes en drie of tien en drie. Hij bad er nooit minder dan zeven of meer dan dertien.”
(Abu Dawud, Ahmad en anderen)
Wat betreft zijn uitspraken hierover: Hij heeft gezegd:
“Witr is waar dus wie het wil kan vijf (rak’ahs) bidden en wie het wil kan er drie bidden en wie het wil kan er één bidden.”
(Abu Dawud 1417)
Wat het reciteren van de Qur’aan tijdens qiyaam betreft, hetzij in de Ramadan of in andere tijden, heeft de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) geen limiet gesteld of gezegd wat te veel of te weinig was. Zijn recitatie varieerde, soms was het lang en soms kort. Soms reciteerde hij in elke rak’ah het equivalent van ‘Yaa ayyuha’l-muzammil’, wat twintig aayaat is en soms reciteerde hij het equivalent van vijftig aayaat. Hij zei:
“Degene die ’s nachts bidt en honderd aayaat leest, zal niet als één van de achtelozen worden geregistreerd.” Volgens een andere hadith: “...en tweehonderd aayaat leest, zal als één van de toegewijde en oprechte gelovigen worden geregistreerd.”
(Abu Dawud 1393)
Wanneer hij ziek was, reciteerde de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) zeven lange soera’s in zijn nachtgebeden: al-Baqarah, Aal ‘Imraan, al-Nisaa’, al-Maa’idah, al-An’aam, al-A’raaf en al-Tawbah.
Volgens de verklaring van Hudhayfah ibn al-Yamaan die achter de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) bad, reciteerde hij al-Baqarah, al-Nisa’ en Aal ‘Imraan in één rak’ah en hij reciteerde op een zachte en afgepaste toon. Het is bewezen met de sterkste (de meest sahih) isnaads dat toen ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) Ubayy ibn Ka’b aanwees om de mensen te leiden in het bidden van elf rak’ahs in de Ramadan, Ubayy honderden aayaat reciteerde zodat de mensen achter hem op stokken gingen leunen omdat de gebeden zo lang waren en ze niet eindigden tot net voor Fajr.
Het is ook overgeleverd in een sahih hadith dat ‘Umar de lezers tijdens de Ramadan bijeenriep en de snelste van hen opdroeg om dertig aayaat te reciteren, de gematigde om vijfentwintig aayaat te reciteren en de langzaamste om twintig aayaat te reciteren.
Als een persoon qiyaam alleen bidt, kan hij het echter zo lang maken als hij wil; als anderen met de imam instemmen, kan hij het ook zolang maken als hij wil. Hoe langer het is, hoe beter, maar een persoon zou niet tot uitersten moeten gaan en de hele nacht in qiyaam door moeten brengen, behalve op zeldzame gelegenheden, naar het voorbeeld van de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) die gezegd heeft:
“De beste leiding is de leiding van Mohammed.”
(Overgeleverd door al-Bukhari 120; Muslim 1885)
Als een persoon als imam bidt, zou hij het slechts zolang moeten maken als het voor de mensen achter hem gemakkelijk is, want de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Als iemand van jullie de mensen in het gebed leidt, laat hem het kort houden want onder hen zijn de jongeren en de ouderen, de zwakke en degenen die dringende behoeften hebben. Maar als hij alleen bidt, laat hem het dan zolang maken als hij wil.”
(al-Bukhari, 671, en anderen)
De tijd voor het bidden van qiyaam is na ‘Isha tot Fajr, want de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Allah heeft nog een gebed voor jullie toegevoegd, wat witr is, dus bid het tussen Salaat al-‘Isha’ en Salaat al-Fajr.”
(Ahmad)
Voor wie het aan kan, is het beter om aan het eind van de nacht te bidden, want de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Degene die bang is dat hij aan het eind van de nacht niet op zal staan, laat hem witr aan het begin van de nacht bidden, maar degene die voelt dat hij aan het eind van de nacht op zal kunnen staan, laat hem witr aan het eind van de nacht bidden, want het gebed aan het eind van de nacht wordt waargenomen [door de engelen] en dat is beter.”
(Muslim 1650)
Als het een kwestie van kiezen is tussen gezamenlijk bidden aan het begin van de nacht en alleen bidden aan het eind van de nacht, is het beter om met de jamaa’ah te bidden want dat telt alsof men de gehele nacht door gebeden heeft.
Dit is wat de Sahaabah deden in de tijd van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu). ‘Abd al-Rahmaan ibn ‘Abd al-Qaari heeft gezegd:
“Ik ging op een nacht tijdens de Ramadan naar de moskee met ‘Umar ibn al-Khattaab en ik zag de mensen verspreid door de moskee; sommige waren individueel aan het bidden en sommige waren in kleine groepjes aan het bidden. Hij zei: ‘Bij Allah, ik denk dat het beter zou zijn als ik hen allemaal achter één lezer zou verzamelen.’ Dus besloot hij dat te doen en hij verzamelden hen achter Ubayy ibn Ka’b. Een andere avond ging ik weer met hem mee en de mensen waren allemaal achter hun lezer aan het bidden en ‘Umar zei: ‘Wat een goede innovatie is dit. Maar het gebed dat ze missen wanneer ze slapen [aan het eind van de nacht] is beter dan wat ze nu verrichten,’ de mensen waren namelijk gewoon om qiyaam aan het begin van de nacht te bidden.”
(al-Bukhari 227)
Zayd ibn Wahb heeft gezegd: “Abd-Allah leidde ons gewoonlijk in het gebed tijdens de Ramadan en hij eindigde ‘s nachts.”
De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) verbood het bidden van witr als drie rak’ahs en verklaarde dit door te zeggen:
“Laat het niet op Salaat al-Maghrib lijken.”
(al-Haakim (1/304), al-Bayhaqi (3/31) and al-Daaraqutni (blz. 172)
Daarom moet degene die drie rak’ahs voor witr wil bidden, een manier vinden om het verschillend (van Maghrib) te maken. Dit kan hij op twee manieren doen: door de salaam na de eerste twee rak’ahs te geven, wat de beste manier is, of door niet te gaan zitten na de eerste twee rak’ahs (m.a.w., drie rak’ahs non-stop bidden). En Allah weet het het beste.
Het is Sunnah om Sabbih bi-ismi Rabbika al-‘A’laa in de eerste rak’ah te reciteren, Qul Yaa ayyuha’l-Kaafirun in de tweede rak’ah en Qul Huwa Allahu ahad in de derde rak’ah. Qul a’udhu bi Rabbi’l-Falaq en Qul a’udhi bi Rabbi’l-Naas mogen ook af en toe toegevoegd worden.
Het is overgeleverd in een sahih hadith dat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) eens honderd aayaat van Surat al-Nisa’ in één rak’ah van witr reciteerde.
Een persoon kan zich nederig opstellen voor Allah door de du’a te reciteren die de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) aan zijn kleinzoon al-Hasan ibn ‘Ali (radiAllahu ‘anhu) leerde:
“Allaahumma’hdinie fiman hadayta wa ‘aafinie fiman ‘aafayta wa tawallanie fiman tawallayta wa baarik li fimaa a’tayta wa qinie sharra maa qadayt, fa innaka taqdie wa laa yuqdaa ‘alayk. Wa innahu laa yadhillu man waalayta wa laa ya’izzu man ‘aadayt. Tabaarakta Rabbanaa wa ta’aalayt. Laa majaa minka illa ilayk.”
(O Allah, leid mij samen met degenen die U geleid heeft, vergeef mij samen met degenen die U vergeven heeft, wees een bondgenoot voor mij samen met degenen voor wie U een bondgenoot bent en zegen voor mij hetgeen U verleend heeft. Bescherm mij tegen het kwaad dat U verordend heeft want waarlijk, U verordent en niemand kan over U verordenen. Voorzeker, hij aan wie U trouw toont, wordt nooit vernederd en hij die U als vijand neemt, wordt nooit geëerd en machtig. O onze Heer, Gezegend en Verheven bent U. Er is geen toevlucht van U behalve met U.)
Het is Sunnah om aan het einde van witr (voor of na de salaam) te zeggen:
“Allaahumma innie a’udhu bi ridaaka min sakhatika wa bi mu’aafaatika min ‘aqubatika, wa a’udhu bika minka. La uhsie thanaa’an ‘alayka, anta kamaa athnayta ‘ala nafsik.”
(O Allah, ik zoek toevlucht bij Uw goede genoegen voor Uw toorn en bij Uw bescherming voor Uw bestraffing. Ik zoek toevlucht bij U voor U. Ik kan U niet genoeg prijzen en U bent zoals U Uzelf geprezen hebt.)
Wanneer hij de salaam gaf aan het eind van witr, zei hij: “Subhaan il-Malik il-Quddus, subhaan il-Malik il-Quddus, subhaan il-Malik il-Quddus.”
(Glorie aan de Soeverein, de Meest Heilige.)
Hij verlengde de lettergepen en verhief zijn stem de derde keer.
Men kan twee rak’ahs na witr bidden als men dat wil, want het is bewezen dat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) dit deed. Hij zei:
“Dit reizen is vermoeiend en moeilijk dus nadat iemand van jullie witr gebeden heeft, laat hem twee rak’ahs bidden. Als hij wakker wordt, is dit goed, anders zullen deze twee rak’ahs voor hem geteld worden.”
(Daarimi (1/374), Ibn Khuzaimah in zijn Sahih (2/159/1103) en Ibn Hibbaan (683)
Het is Sunnah om Idha zulzilat al-ard en Qul yaa ayyuha’l-kaafirun te reciteren in deze twee rak’ahs.
Uit Qiyaam Ramadan door Shaykh Muhammad Naasir al-Deen al-Albaani
Abu Hurayrah (radiAllahu ‘anhu) heeft gezegd:
“De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) spoorde ons altijd aan om ’s nachts te bidden in de Ramadan, zonder het verplicht te maken. Dan zei hij: ‘Degene die ’s nachts bidt in de Ramadan vanuit geloof en de hoop op beloning, al zijn voorgaande zonden zullen worden vergeven.’ Toen de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) overleed, ging het er zo aan toe (Tarawih werd niet gemeenschappelijk gebeden) en zo bleef het tijdens de khilafah van Abu Bakr (radiAllahu ‘anhu) tot het begin van de khilafah van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu).” (al-Bukhari 226; Muslim 1662)
- Laylat al-Qadr
De beste nacht van de Ramadan is Laylat al-Qadr, omdat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Degene die ’s nachts bidt tijdens Laylat al-Qadr vanuit geloof en de hoop op beloning, al zijn voorgaande zonden zullen worden vergeven.”
(al-Bukhari 34)
Volgens de meest correcte mening is het de zevenentwintigste nacht van de Ramadan. De meeste ahadith verklaren dit, zoals de hadith van Zurr ibn Hubaysh die gezegd heeft:
“Ik hoorde Ubayy ibn Ka’b zeggen dat ‘Abd-Allah ibn Mas’ood had gezegd: ‘Degene die de Sunnah volgt, zal Laylat al-Qadr ‘vangen’!’ Ubayy (radiAllahu ‘anhu) zei: ‘Moge Allah genade met hem hebben, hij wilde niet dat de mensen het als vanzelfsprekend zouden beschouwen en alleen op zouden blijven om één nacht te bidden. Bij Degene naast Wie er geen god is, het is in de Ramadan – en hij zwoer zonder twijfel – en bij Allah, ik weet welke nacht het is. Het is de nacht waarin de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) ons opdroeg om te bidden (qiyaam). Het is de nacht waarvan de ochtend de zevenentwintigste is en het teken ervan is dat de zon die ochtend wit opkomt en zonder stralen.’”
In een andere overlevering werd dit toegeschreven aan de Profeet.
(Muslim 1669 en anderen)
- Qiyaam gezamenlijk bidden
Het is toegestaan om qiyaam gezamenlijk te bidden, het is zelfs beter dan individueel te bidden want dit is wat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) zelf deed en hij verklaarde de deugden ervan. Abu Dharr (radiAllahu ‘anhu) heeft gezegd:
“We vastten de Ramadan met de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) en hij leidde ons niet in qiyaam totdat er nog slechts zeven dagen over waren toen hij ons leidde in het gebed totdat een derde van de nacht voorbij was. Toen er zes dagen over waren, leidde hij ons niet in qiyaam. Toen er vijf dagen over waren, leidde hij ons in het gebed totdat de helft van de nacht voorbij was. Ik zei: ‘O Boodschapper van Allah, ik wou dat je tot het eind van de nacht door was gegaan.’ Hij zei: ‘Als iemand met de imam bidt totdat hij eindigt, zal het tellen alsof hij de hele nacht gebeden heeft.’ Toen er nog vier nachten over waren, leidde hij ons niet in qiyaam. Toen er nog drie nachten over waren, bracht hij zijn familie, zijn vrouwen en de mensen samen en leidde ons in qiyaam totdat we bang waren dat we al-falaah zouden missen. Ik vroeg: ‘Wat is al-falaah?’ Hij zei: ‘Suhoor.’ Daarna leidde hij ons de rest van de maand niet in qiyaam.’”
(Sahih hadith overgeleverd door de auteurs van Sunan)
De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) leidde hen de rest van de maand niet in qiyaam omdat hij vreesde dat het dan verplicht zou worden en dat zij niet in staat zouden zijn om het te doen, zoals in de hadith van ‘Aisha staat die overgeleverd is in al-Sahihayn en elders. Na de dood van de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) was deze angst geen factor meer aangezien Allah de religie had voltooid. De reden om qiyaam in de Ramadan niet gezamenlijk te bidden, was niet meer van toepassing en de vorige regel dat het gezamenlijke gebed iets is wat voorgeschreven is in de islam, bleef in werking. Aldus deed ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) het gebruik herleven, zoals is overgeleverd in Sahih al-Bukhari en elders.
- Vrouwen kunnen qiyaam gezamenlijk bidden
Vrouwen kunnen de gebeden ook bijwonen, zoals in de hadith van Abu Dharr vermeld staat waar hierboven naar verwezen is. Het is toegestaan om een imam voor hen aan te wijzen, apart van de imam van de mannen. Het is bewezen dat toen ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) de mensen verzamelde om qiyaam te bidden, hij Ubayy ibn Ka’b aanwees om de mannen te leiden en Sulaymaan ibn Abi Hathmah om de vrouwen te leiden. ‘Arfajah al-Thaqafi heeft gezegd: “’Ali ibn Abi Taalib (radiAllah ‘anhu) droeg de mensen op om ’s nachts te bidden in de Ramadan en hij wees een imam aan voor de mannen en een imam voor de vrouwen. Ik was de imam voor de vrouwen.”
- Aantal rak’ahs van qiyaam
Het aantal rak’ahs is elf en naar onze mening is het beter om dit aantal niet te overschrijden, naar het voorbeeld van de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam), want hij deed in zijn leven nooit meer dan dat. ‘Aisha (radiAllahu ‘anha) werd gevraagd over hoe hij bad in de Ramadan. Ze zei:
“De Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) bad nooit meer dan elf rak’ahs (van qiyaam), hetzij tijdens de Ramadan of elke andere tijd. Hij bad er vier en vraag me niet hoe mooi of hoe lang ze waren. Dan bad hij er vier, en vraag me niet hoe mooi of hoelang ze waren. Dan bad hij er drie.” (al-Bukhari 248, Muslim 1607 en anderen)
Een persoon kan minder doen dan dat, zelfs als het slechts één witr-rak’ah is, vanwege het bewijs dat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) dit deed en erover gesproken heeft.
Wat betreft zijn uitvoering hiervan:
''Aisha (radiAllahu ‘anha) werd gevraagd hoeveel rak’ahs de Boodschapper van Allah (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) gewoonlijk in witr bad. Ze zei: “Hij bad er vier en drie of zes en drie of tien en drie. Hij bad er nooit minder dan zeven of meer dan dertien.”
(Abu Dawud, Ahmad en anderen)
Wat betreft zijn uitspraken hierover: Hij heeft gezegd:
“Witr is waar dus wie het wil kan vijf (rak’ahs) bidden en wie het wil kan er drie bidden en wie het wil kan er één bidden.”
(Abu Dawud 1417)
- Qur’aan reciteren in qiyaam
Wat het reciteren van de Qur’aan tijdens qiyaam betreft, hetzij in de Ramadan of in andere tijden, heeft de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) geen limiet gesteld of gezegd wat te veel of te weinig was. Zijn recitatie varieerde, soms was het lang en soms kort. Soms reciteerde hij in elke rak’ah het equivalent van ‘Yaa ayyuha’l-muzammil’, wat twintig aayaat is en soms reciteerde hij het equivalent van vijftig aayaat. Hij zei:
“Degene die ’s nachts bidt en honderd aayaat leest, zal niet als één van de achtelozen worden geregistreerd.” Volgens een andere hadith: “...en tweehonderd aayaat leest, zal als één van de toegewijde en oprechte gelovigen worden geregistreerd.”
(Abu Dawud 1393)
Wanneer hij ziek was, reciteerde de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) zeven lange soera’s in zijn nachtgebeden: al-Baqarah, Aal ‘Imraan, al-Nisaa’, al-Maa’idah, al-An’aam, al-A’raaf en al-Tawbah.
Volgens de verklaring van Hudhayfah ibn al-Yamaan die achter de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) bad, reciteerde hij al-Baqarah, al-Nisa’ en Aal ‘Imraan in één rak’ah en hij reciteerde op een zachte en afgepaste toon. Het is bewezen met de sterkste (de meest sahih) isnaads dat toen ‘Umar (radiAllahu ‘anhu) Ubayy ibn Ka’b aanwees om de mensen te leiden in het bidden van elf rak’ahs in de Ramadan, Ubayy honderden aayaat reciteerde zodat de mensen achter hem op stokken gingen leunen omdat de gebeden zo lang waren en ze niet eindigden tot net voor Fajr.
Het is ook overgeleverd in een sahih hadith dat ‘Umar de lezers tijdens de Ramadan bijeenriep en de snelste van hen opdroeg om dertig aayaat te reciteren, de gematigde om vijfentwintig aayaat te reciteren en de langzaamste om twintig aayaat te reciteren.
Als een persoon qiyaam alleen bidt, kan hij het echter zo lang maken als hij wil; als anderen met de imam instemmen, kan hij het ook zolang maken als hij wil. Hoe langer het is, hoe beter, maar een persoon zou niet tot uitersten moeten gaan en de hele nacht in qiyaam door moeten brengen, behalve op zeldzame gelegenheden, naar het voorbeeld van de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) die gezegd heeft:
“De beste leiding is de leiding van Mohammed.”
(Overgeleverd door al-Bukhari 120; Muslim 1885)
Als een persoon als imam bidt, zou hij het slechts zolang moeten maken als het voor de mensen achter hem gemakkelijk is, want de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Als iemand van jullie de mensen in het gebed leidt, laat hem het kort houden want onder hen zijn de jongeren en de ouderen, de zwakke en degenen die dringende behoeften hebben. Maar als hij alleen bidt, laat hem het dan zolang maken als hij wil.”
(al-Bukhari, 671, en anderen)
- De timing van qiyaam
De tijd voor het bidden van qiyaam is na ‘Isha tot Fajr, want de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Allah heeft nog een gebed voor jullie toegevoegd, wat witr is, dus bid het tussen Salaat al-‘Isha’ en Salaat al-Fajr.”
(Ahmad)
Voor wie het aan kan, is het beter om aan het eind van de nacht te bidden, want de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) heeft gezegd:
“Degene die bang is dat hij aan het eind van de nacht niet op zal staan, laat hem witr aan het begin van de nacht bidden, maar degene die voelt dat hij aan het eind van de nacht op zal kunnen staan, laat hem witr aan het eind van de nacht bidden, want het gebed aan het eind van de nacht wordt waargenomen [door de engelen] en dat is beter.”
(Muslim 1650)
Als het een kwestie van kiezen is tussen gezamenlijk bidden aan het begin van de nacht en alleen bidden aan het eind van de nacht, is het beter om met de jamaa’ah te bidden want dat telt alsof men de gehele nacht door gebeden heeft.
Dit is wat de Sahaabah deden in de tijd van ‘Umar (radiAllahu ‘anhu). ‘Abd al-Rahmaan ibn ‘Abd al-Qaari heeft gezegd:
“Ik ging op een nacht tijdens de Ramadan naar de moskee met ‘Umar ibn al-Khattaab en ik zag de mensen verspreid door de moskee; sommige waren individueel aan het bidden en sommige waren in kleine groepjes aan het bidden. Hij zei: ‘Bij Allah, ik denk dat het beter zou zijn als ik hen allemaal achter één lezer zou verzamelen.’ Dus besloot hij dat te doen en hij verzamelden hen achter Ubayy ibn Ka’b. Een andere avond ging ik weer met hem mee en de mensen waren allemaal achter hun lezer aan het bidden en ‘Umar zei: ‘Wat een goede innovatie is dit. Maar het gebed dat ze missen wanneer ze slapen [aan het eind van de nacht] is beter dan wat ze nu verrichten,’ de mensen waren namelijk gewoon om qiyaam aan het begin van de nacht te bidden.”
(al-Bukhari 227)
Zayd ibn Wahb heeft gezegd: “Abd-Allah leidde ons gewoonlijk in het gebed tijdens de Ramadan en hij eindigde ‘s nachts.”
De Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) verbood het bidden van witr als drie rak’ahs en verklaarde dit door te zeggen:
“Laat het niet op Salaat al-Maghrib lijken.”
(al-Haakim (1/304), al-Bayhaqi (3/31) and al-Daaraqutni (blz. 172)
Daarom moet degene die drie rak’ahs voor witr wil bidden, een manier vinden om het verschillend (van Maghrib) te maken. Dit kan hij op twee manieren doen: door de salaam na de eerste twee rak’ahs te geven, wat de beste manier is, of door niet te gaan zitten na de eerste twee rak’ahs (m.a.w., drie rak’ahs non-stop bidden). En Allah weet het het beste.
- Recitatie tijdens drie rak’ahs van witr
Het is Sunnah om Sabbih bi-ismi Rabbika al-‘A’laa in de eerste rak’ah te reciteren, Qul Yaa ayyuha’l-Kaafirun in de tweede rak’ah en Qul Huwa Allahu ahad in de derde rak’ah. Qul a’udhu bi Rabbi’l-Falaq en Qul a’udhi bi Rabbi’l-Naas mogen ook af en toe toegevoegd worden.
Het is overgeleverd in een sahih hadith dat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) eens honderd aayaat van Surat al-Nisa’ in één rak’ah van witr reciteerde.
- Du’a al-Qunut
Een persoon kan zich nederig opstellen voor Allah door de du’a te reciteren die de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) aan zijn kleinzoon al-Hasan ibn ‘Ali (radiAllahu ‘anhu) leerde:
“Allaahumma’hdinie fiman hadayta wa ‘aafinie fiman ‘aafayta wa tawallanie fiman tawallayta wa baarik li fimaa a’tayta wa qinie sharra maa qadayt, fa innaka taqdie wa laa yuqdaa ‘alayk. Wa innahu laa yadhillu man waalayta wa laa ya’izzu man ‘aadayt. Tabaarakta Rabbanaa wa ta’aalayt. Laa majaa minka illa ilayk.”
(O Allah, leid mij samen met degenen die U geleid heeft, vergeef mij samen met degenen die U vergeven heeft, wees een bondgenoot voor mij samen met degenen voor wie U een bondgenoot bent en zegen voor mij hetgeen U verleend heeft. Bescherm mij tegen het kwaad dat U verordend heeft want waarlijk, U verordent en niemand kan over U verordenen. Voorzeker, hij aan wie U trouw toont, wordt nooit vernederd en hij die U als vijand neemt, wordt nooit geëerd en machtig. O onze Heer, Gezegend en Verheven bent U. Er is geen toevlucht van U behalve met U.)
- Wat er gezegd moet worden aan het einde van witr
Het is Sunnah om aan het einde van witr (voor of na de salaam) te zeggen:
“Allaahumma innie a’udhu bi ridaaka min sakhatika wa bi mu’aafaatika min ‘aqubatika, wa a’udhu bika minka. La uhsie thanaa’an ‘alayka, anta kamaa athnayta ‘ala nafsik.”
(O Allah, ik zoek toevlucht bij Uw goede genoegen voor Uw toorn en bij Uw bescherming voor Uw bestraffing. Ik zoek toevlucht bij U voor U. Ik kan U niet genoeg prijzen en U bent zoals U Uzelf geprezen hebt.)
Wanneer hij de salaam gaf aan het eind van witr, zei hij: “Subhaan il-Malik il-Quddus, subhaan il-Malik il-Quddus, subhaan il-Malik il-Quddus.”
(Glorie aan de Soeverein, de Meest Heilige.)
Hij verlengde de lettergepen en verhief zijn stem de derde keer.
- Twee rak’ahs na witr
Men kan twee rak’ahs na witr bidden als men dat wil, want het is bewezen dat de Profeet (sallAllahu ‘alayhi wa salaam) dit deed. Hij zei:
“Dit reizen is vermoeiend en moeilijk dus nadat iemand van jullie witr gebeden heeft, laat hem twee rak’ahs bidden. Als hij wakker wordt, is dit goed, anders zullen deze twee rak’ahs voor hem geteld worden.”
(Daarimi (1/374), Ibn Khuzaimah in zijn Sahih (2/159/1103) en Ibn Hibbaan (683)
Het is Sunnah om Idha zulzilat al-ard en Qul yaa ayyuha’l-kaafirun te reciteren in deze twee rak’ahs.
Uit Qiyaam Ramadan door Shaykh Muhammad Naasir al-Deen al-Albaani
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat een reactie achter ...