maandag 5 november 2012

Respecteer elkaars verschillen

Respecteer elkaars verschillen















"Verspil geen tijd over de vraag wat een goede moslim is. Wees er een!"

Op een dag betrad imam Malik de moskee na het middaggebed (asr). Hij liep naar het voorste gedeelte van de profetische moskee en ging zitten. De boodschapper van Allah (vzmh) had geboden dat een ieder die de moskee betrad niet eerder mocht gaan zitten totdat hij 2 rak’at (kort gebed) had gebeden. Dit was een eerbetoon aan de moskee.


Imam Malik was echter van mening dat het verbod van de profeet (vzmh) van het vrijwillig bidden na het middaggebed (asr) hierover voorrang had, dus wilde hij zijn studenten aanleren om niet het eerbetoon aan de moskee (tahiyyatul masjid) te bidden, als zij tussen het middaggebed (asr) en het avondgebed (maghrib) de moskee binnen zouden komen.


Op het moment dat imam Malik ging zitten zag een kleine jongen dat hij dit deed zonder eerst het eerbetoon aan de moskee te bidden. De kleine jongen sprak minachtend, "Sta op en bidt het eerbetoon aan de moskee!"
Plichtsgetrouw stond imam Malik opnieuw op en begon te bidden. De studenten zaten als verlamd. Wat was hier gaande? Was imam Malik ineens van mening veranderd?

Nadat hij klaar was met het gebed, drongen de studenten om hem heen en trokken zijn acties in twijfel. Imam Malik zei, "Mijn mening is onveranderd en ik ben niet teruggekomen op hetgeen ik jullie eerder leerde. Ik vreesde slechts, dat als ik niet het gebed had gebeden, zoals de kleine jongen mij had bevolen, dat Allah mij zou opnemen in de versregels:

"En wanneer tot hen gezegd wordt: <Buigt> dan kunnen zij niet buigen." (Soerat Al-Moersalaat 77:48)
















Imam Ahmad was van mening dat het eten van kamelenvlees de reinheid van de rituele wassing (wudu) zou schaden, een mening waar de meerderheid van de geleerden over verschilden. Een paar studenten vroegen hem, "Als je een imam voor je hebt staan die je kamelenvlees ziet eten en – zonder eerst de rituele wassing (wudu) te verrichten – het gebed leidt, zou je achter hem bidden?" Imam Ahmed antwoordde," Denk je dat ik niet zou bidden achter mensen zoals imam Malik en Sa’eed ibn Al-Mussayyab?"



Allah schiep de mensen met verschillen. Het is de wet van de schepping. Verschillen in taal, verschillende kleuren, verschillende culturen… en dat alles is nog maar de buitenkant. Aan de binnenkant, zijn de mensen geschapen met vele verschillende graden van kennis, verstand en bevattingsvermogen van concepten. Dit alles is een teken van Allah zijn allesomvattende macht om te doen wat Hij wil.



"En tot Zijn tekenen behoren de schepping van de hemelen en de aarde en het verschil in jullie talen en kleuren. Daarin zijn tekenen voor de wereldbewoners." (Soerat Ar-Roem 30:22)



Mensen zullen verschillen, dat is ook niet aan de orde. Waar het om gaat is: Hoe, moet men, als een moslim, deze verschillen van meningen tegemoet treden en wat zou dan onze relatie moeten zijn met iemand die er een andere mening op na houdt.


Allah (de Almachtige) gebood ons tot het oproepen en adviseren van mensen vanuit dit basisgeloof van de islam. Vele moslims ondernemen deze missie geblinddoekt en zij realiseren zich niet dat ook de leidraad hiervoor in de Koran aanwezig is. Sterker nog, in precies hetzelfde vers gebood Allah ons niet alleen tot het oproepen en adviseren van mensen in dit geloof, maar leerde Allah ons ook hoe. Lees het volgende vers zorgvuldig:

"Roep op tot de weg van jouw Heer met wijsheid en goede aansporing en twist met hen op de beste manier. Jouw Heer kent wie van Zijn weg afdwaalt het best en Hij kent hen die het goede pad volgen het best."

(Soerat An-Nahl 16:125)

Het is niet nodig om er over te filosoferen. We hoeven het niet met bloemen te bedekken. Het ligt voor ons, duidelijk en eenvoudig voor een ieder die er aandacht aan schenkt.



Deze versregels (aya) bevatten de drie ingrediënten die we dienen toe te passen wanneer we het niet eens zijn met iemand. Dezelfde God die ons leerde om over de waarheid te debatteren, leerde ons ook hoe dat moet:

  • Met wijsheid (hikmah)
  • Met goed onderricht; en
  • Te debatteren (twisten) op een manier die het beste is.















  • Wat betekend het hebben van wijsheid (hikmah) wanneer we van mening verschillen met iemand?

De kleinzonen van de boodschapper (vzmh) hebben eens een van de mooiste voorbeelden gezet in het adviseren van anderen. Al-Hasan en al-Husayn – in hun jongere jaren – zagen eens een bejaarde man de rituele wassing (wudu) verkeerd verrichten. Samen stelde ze een plan op om deze man de juiste manier te leren zonder hem te beledigen en om hem te adviseren op een manier die bij zijn leeftijd paste.

Gezamenlijk liepen ze op de bejaarde man af met de aankondiging, "Mijn broer en ik hebben onenigheid over wie van ons de wassing (wudu) het best verricht. Zou u het erg vinden om te beoordelen wie van ons echt de wassing (wudu) correct verricht?"

De man keek aandachtig terwijl de beide kleinzonen van de profeet Mohammed (vzmh) de wassing (wudu) uitvoerig verrichtten. Nadat zij klaar waren bedankte hij hen en zei, "Bij Allah, ik wist voorheen niet hoe ik de wassing (wudu) foutloos moest verrichten. Jullie hebben mij allebei geleerd hoe dit correct uitgevoerd moet worden.

We moeten begrijpen dat wijsheid (hikmah) uit twee dimensies bestaat. Ten eerste hebben we de wijsheid (hikmah) van kennis – hikmah ilmiyyah. Ten tweede hebben we de wijsheid (hikmah) van uitvoering (overdracht), – hikmah Amaliyyah.

NB: Voorbeeld hiervan (ter verduidelijking) er zijn docenten/leraren van opleidingen, die de stof van hun vak ontzettend goed beheersen (kennis), maar ze kunnen het niet goed overbrengen op hun studenten (uitvoering).

Sommige mensen mogen de wijsheid van kennis hebben. Helaas zullen we zien dat wanner zij iemand proberen te corrigeren of te adviseren, dat ze de wijsheid (hikmah) van uitvoering missen. Dit heeft tot gevolg, dat velen van het gewone volk de wijsheid (hikmah) van kennis afwijzen.
Om de hikmah van kennis zonder de hikmah van uitvoering te verduidelijken: Een broeder in een plaatselijke moskee, schudde de handen van zijn broeders links en rechts van hem na het afronden van het gebed. De broeder die meteen rechts van hem stond sloeg hem op de hand en beet hem toe, "Dat is geen onderdeel van de soenna! (overleveringen van uitspraken en handelingen van de profeet, vzmh) " De eerste broeder antwoordde geheel terecht, "Oh, en is onbeleefdheid en belediging wel onderdeel van de soenna?"

Om wijsheid toe te kunnen passen, wanneer we van mening verschillen hebben we het volgende nodig:














  • 1. Oprechtheid

Wanneer we een meningsverschil hebben, dan moeten onze intenties zodanig zijn dat we van mening verschillen in de oprechte hoop om tot de waarheid te komen. Onze bedoelingen moeten zuiver overkomen voor Allah.

We moeten niet verschillen van mening alleen maar om haat en afgunst in ons hart los te maken. We moeten niet verschillen van mening om iemand te beschamen op een manier zoals wij wellicht zelf zijn beschaamd. 

De boodschapper van Allah (vzmh) zei, "Om het even wie kennis leert (kennis die dient te worden gezocht in het belang van Allah), indien dit gebeurt alleen maar met de verwachting om een beloning uit de materiele wereld te ontvangen, hij zal de geur van het paradijs (jannah) op de dag van de opstanding niet vinden." – Een authentiek hadith vertelt door Abu Dawood in kitab al-ilm (Het boek van de kennis).
















  • 2. Vriendelijkheid en Zachtaardigheid


Om wijsheid te hebben wanneer we verschillen van mening met anderen, betekent dat we zelden buiten de sfeer van vriendelijkheid en zachtaardigheid dienen te treden. We moeten onszelf zelden toestaan kwaad te worden en onze stemmen te verheffen.

Farao (Fir’awn) was één van de slechtste mensen die leefde. Mozes (Moesa) was één van de edelmoedigste. Kijk eens hoe Allah tot Mozes sprak om Farao te adviseren…

"Ga, allebei (Mozes en Haroen), naar Fir’awn. Inderdaad, hij had gezondigd. En spreek tot hem met zachtaardige spraak, misschien dat hij zal herinneren of vrezen (Allah)."

Een man pakte de kalief eens aan en strafte hem streng af voor het beleid dat hij voerde. De kalief antwoordde, "Bij Allah, Farao was kwaadaardiger dan ik. En bij Allah, Mozes was vromer dan jij. Echter, Allah gebood hem…. "En spreek tot hem met zachtaardige spraak, misschien dat hij zal herinneren of vrezen (Allah)."






















  • 3. Neem de tijd voor Duidelijkheid


Wijsheid te hebben in omgang met anderen, betekent het hebben van geduld en te zorgen dat dingen duidelijk zijn, voordat je overhaast een oordeel vormt.

Imam Ahmad vertelt met zijn lijn van vertellers die tot Ibn Abbas leidt, die zei, "Een man van de stam van Saliem passeerde een groep van de metgezellen van de Profeet (vzmh). (Gedurende tijd van oorlog) De man zei, "As salamu alaykum" (vrede zij met u) tegen hen. De metgezellen kwamen tot de conclusie dat hij dit alleen zei ‘as salamu alaykum’ als een list om zichzelf te redden om niet gepakt te worden. Zij omringden hem en Malham ibn Juthaamah doodde hem. Vanuit deze gebeurtenis openbaarde Allah het vers…

"Jullie die geloven! Wanneer jullie op Allahs weg rondtrekken, zorgt dan dat jullie duidelijke inlichtingen inwinnen en zegt niet tot iemand die jullie de vredesgroet aanbiedt: <Jij bent geen gelovige> in jullie streven naar het stoffelijk gewin van het tegenwoordige leven. Bij Allah zijn toch vele mogelijkheden tot buit. Zo waren jullie vroeger, maar Allah heeft jullie een gunst bewezen. Wint dus duidelijke inlichtingen in. Allah is over wat jullie doen welingelicht." (Soerat An-Nisaa, 4:94.)
















  • 4. Spreek vriendelijk


Ruil nooit vriendelijke woorden in voor hardvochtigheid, vooral niet wanneer we te maken hebben met andere moslims.

Zie de kracht van het oprechte en beleefde woord:

Mus'ab ibn Umayr was de eerste ambassadeur van de boodschapper van Allah (vzmh) in Medina. Voordat de boodschapper van Allah (vzmh) in Medina aankwam, leerde Mus'ab de inwoners van Medina over de islam en zij begonnen het geloof binnen te treden. Dit deed Sa'd ibn 'Ubaadah (één van de hoofdmannen van Medina) in woede uitbarsten. Hij stak zijn zwaard in de schede en ging op weg met de intentie om Mus’ab Mus'ab ibn 'Umayr’s hoofd af te hakken. Wanneer hij Mus’ab confronteerde dreigde hij, "Stop deze onzin waar over je spreekt of je zult de dood vinden! "

Mus'ab reageerde op een manier die een les voor ons allen zou moeten zijn.
De man die voor hem stond liet het niet bij grofheid en onwetendheid, hij wilde hem de keel doorsnijden.

Mus'ab zei, "Wilt u niet gaan zitten en even een ogenblikje luisteren? Als u het eens bent met wat ik zeg, accepteer het dan. Is dat niet het geval dan zullen we dit gesprek beëindigen." Ubaadah nam plaats.

Mus'ab sprak over Allah (De Almachtige, de Verhevene) en Zijn boodschapper (vzmh) totdat het gezicht van Sa'd ibn Ubaadah's scheen als een volle maan en tot hij zei, "Wat moet een persoon doen die dit geloof wenst binnen te treden?" Nadat Mus'ab het hem verteld had, sprak hij, "Er is één man, en indien hij het geloof accepteert, dan is er geen familie in Medina die geen moslim wordt en dat is Sa'd ibn Mu'aadh."
















Toen Sa'd ibn Mu'aadh hoorde wat er gebeurd was werd hij razend. Hij verliet zijn huis om Mus’ab ibn Umayr op te zoeken en hem te doden voor de verdeeldheid die hij verspreidde. Hij benaderde Mus’ab en verkondigde, "Neem afstand van deze religie waar je over spreekt, of je zult de dood vinden.
Mus'ab antwoordde, "Wilt u niet even gaan zitten en even een momentje luisteren? Als u het eens bent met wat ik zeg, accepteer het dan. Is dat niet zo, dan zal ik het gesprek beëindigen. Mu'aadh ging zitten.

Mus'ab sprak over Allah (de Verhevene de Almachtige) en Zijn boodschapper (vzmh) totdat het gezicht van Sa'd ibn Mu'aadh's scheen als een volle maan en hij sprak,"Wat moet een persoon doen die dit geloof wenst binnen te treden?"

Kijk eens wat een vriendelijk woord kan doen. Sa'd ibn Mu'aadh keerde die nacht terug naar zijn stam en verkondigde aan hen allen, "Alles dat jullie toebehoort is haraam (verboden) voor mij totdat een ieder zich heeft bekeerd tot de islam."

Dezelfde nacht ging iedere familie in Medina naar bed met Laa ilaaha illa allah… (er is geen godheid buiten Allah) alleen vanwege een vriendelijk woord.


Wie wint? 


Toen Mu'aawiyah ibn al-Hakam al-Salami naar Medina kwam vanuit de woestijn, wist hij niet dat het verboden was om tijdens het gebed te spreken. Hij vertelde, "Terwijl ik achter de Boodschapper van Allah (vzmh) aan het bidden was, moest een man niezen. Ik zei, yarhamuk allah (moge Allah de Verhevene de Almachtige je genadig zijn)." De mensen keken me woedend aan, dus ik zei, "Moge mijn moeder me verliezen! Wat is er aan de hand dat jullie mij aanstaren?" Zij begonnen met hun handen tegen de zijkanten van hun benen te klappen, en toen ik door had dat ze me duidelijk probeerde te maken dat ik stil moest zijn, stopte ik met praten (d.w.z., Bijna wilde ik antwoord terug geven, maar ik wist mijzelf te beheersten en bleef stil).
Zodra de Boodschapper van Allah (vzmh) klaar was met bidden (moge mijn vader en moeder geofferd worden voor hem, ik heb voordien en sindsdien nog nooit een betere leraar gezien dan hij) schold hij me niet uit of sloeg me of vernederde me. Hij zei alleen maar, "Dit gebed mag geen spraak van de mens bevatten; het is alleen de tasbieh (het lofprijzen van Allah) en takbier (zeggen ‘allahu akbar’ Allah is de allergrootste) en recitatie van de Koran." (Saheeh Moslim, 'Abd al-Baaqi edn, nr. 537)


















Islam laat ons zien hoe we met anderen kunnen discussiëren. Sommige mensen denken dat we nooit van mening zouden moeten verschillen en dat alle onenigheid vermeden moet worden. Neen, dit is een verkeerde veronderstelling, want de Koran en de soenna (in navolging van de Profeet) laten ons duidelijk zien dat wanneer een fout is gemaakt, het gecorrigeerd dient te worden. Inderdaad, het helpen van anderen om het goede te doen is een vereiste van het geloof, oprecht advies.



We zien dat toen de profeet van Allah (vzmh) zich afwendde van Abdallah ibn Umm Maktoom, de blinde man, Allah hem corrigeerde in de Koran...


"Hij fronste en keerde zich af toen de blinde man bij hem kwam. Maar hoe kun jij het weten, misschien dat hij zich loutert of zich laat vermanen, zodat de vermaning hem baat."
(Soerat ‘Abasa 80:1-4)



Toen Haatib ibn Abi Balta'ah (moge Allah tevreden zijn over hem) de fout maakte om de ongelovigen van Quraysh te schrijven en hen te informeren over welke richting de Profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) op ging, gedurende een militaire campagne tegen hen, openbaarde Allah de woorden:



"Jullie die geloven! Neem mijn en jullie vijanden niet als medestanders…"  (Soerat Al-moemtahana 60:1)
















En zo zijn er meer voorbeelden.


Aldus leren we dat wanneer een fout gemaakt wordt het gecorrigeerd moet worden. Echter, de manier waarop dit gebeurd heeft onze aandacht nodig.
Iedere keer wanneer moslims twisten is het net alsof iedere partij een vaandel draagt met, "Ik moet winnen en jij moet verliezen!"

Diepgaande studie van de soenna (in navolging van de Profeet, vzmh) laat ons echter zien dat dit niet altijd het geval was met de manier waarop de boodschapper van Allah handelde.

Overweeg de volgende voorbeelden eens:

"Ik verlies en jij wint!"


Een woestijnbewoner (bedoeïn) kwam naar de boodschapper van Allah (vzmh) en vertelde hem, "Geef mij van wat Allah (de Verhevene de Almachtige) jou gaf, niet van het bezit van je moeder en evenmin van het bezit van je vader." De metgezellen van de Profeet (de sahaabah) waren woest op de man en stapten naar voren om hem te straffen voor wat hij zei. De boodschapper van Allah (vzmh) beval iedereen om hem met rust te laten. Toen nam de boodschapper van Allah (vzmh) hem bij de hand en bracht hem naar zijn huis. Daar opende hij de deur en zei, "Neem wat je verlangt en laat achter wat je niet behoeft. De man deed dit en nadat hij klaar was, vroeg de boodschapper van Allah, "Heb ik je voldoende eer bewezen?" "Ja, bij Allah," zei de bedoeïn. "ash hadu an laa ilaaha illa allah, wa ashhadu anna muhammadar rasul allah." ("Ik getuig dat er geen god is dan Allah, en ik getuig dat Mohammed de boodschapper is van Allah", dit houdt in dat hij de islam aanvaardde.)
Toen de metgezellen van Mohammed (de sahabah) hoorden hoe de man was veranderd, leerde de boodschapper van Allah hen.

"Waarlijk het voorbeeld van mijzelf, jullie en deze bedoeïn is als dat van een man waarvan zijn kameel weg rende. De stedelingen probeerden de kameel te vangen door het achterna te rennen en te schreeuwen, waardoor ze het alleen maar verder weg dreven. De man schreeuwde, "Laat mij en mijn kameel, ik ken mijn kameel beter." Toen nam hij wat gras in zijn hand, schudde het uit voor de kameel totdat het uit zichzelf weer naar hem toe kwam".
















"Bij Allah, had ik deze bedoeïn aan jullie over gelaten, dan hadden jullie hem geslagen, hem gepijnigd en zou hij zijn vertrokken zonder de islam om uiteindelijk in het hellevuur terecht te komen".

"Ik win en jullie verliezen!"


Een moslim hoeft geen verontschuldigende houding te hebben tegenover alles waarmee hij geconfronteerd wordt. Er zijn momenten wanneer de waarheid gezegd moet worden, wanneer er geen ruimte is voor vleierij.

Toen een Makhzoomi vrouw (een vrouw van een welvarende familie) iets gestolen had, benaderden de mensen de boodschapper van Allah om haar straf te annuleren. De boodschapper van Allah (vzmh) werd erg kwaad, stond op de preekstoel en verkondigde, "Bij Allah, had Fatima, de dochter van Mohammed, gestolen dan had ik haar de hand afgehakt".

Geen ruimte voor vleierij; voor de waarheid moet worden opgekomen. Het is hier dat de gedragscode voor onenigheid waar we eerder over spraken tot uiting kan komen.


"Ik win en jij wint!"


Er hoeft niet altijd een verliezer te zijn. In veel gevallen zien we dat de boodschapper van Allah (vzmh) de mensen waarmee hij een geschil had een uitweg bood.

Toen hij een brief naar Caesar stuurde zei hij daarin, "Wordt moslim en je zult veilig zijn, Allah zal je een dubbele beloning geven!"

Hij zei niet: "geef je over of sterf!" Niets daarvan. Wordt moslim en je zult winnen, of beter, je zult een dubbele overwinning behalen.

















Ik zal eindigen met dit volgende schitterende voorbeeld over hoe om te gaan met andere moslims, van ons toonbeeld Abu Bakr:


Abu Bakr had eens een argument met een ander metgezel over een boom. Tijdens het argumenteren zei Abu Bakr iets dat hij liever niet had gezegd. Hij vervloekte niet, hij viel niet iemands eer aan, hij probeerde niet iemand de schuld in de schoenen te schuiven. Het enige wat hij zei was iets dat de ander metgezel kon kwetsen.

Meteen beval Abu Bakr (die zijn fout inzag) hem, "Zeg het ook tegen mij!" De metgezel zei, "Ik zal het niet terug zeggen." "Zeg het ook tegen mij," zei Abu Bakr, "of ik zal klagen bij de boodschapper van Allah (vzmh). De metgezel weigerde om het terug te zeggen en ging zijn eigen weg.

Abu Bakr ging naar de boodschapper van Allah (vzmh) en vertelde hem wat er gebeurd was en wat hij gezegd had. De boodschapper van Allah (vzmh) riep de andere metgezel bij zich en vroeg hem, "Heeft Abu Bakr dit en dat tegen jou gezegd?" Hij zei, "Ja." Hij sprak, "Wat heb je terug gezegd? " Hij zei, "Ik heb niets terug gezegd tegen hem." De boodschapper van Allah (vzmh) zei, "Goed, zeg het niet terug tegen hem (doe Abu Bakr geen pijn). Beter is het om te zeggen, "Moge Allah je vergeven, Abu Bakr!"

De metgezel keerde zich naar Abu Bakr en zei, "Moge Allah je vergeven, Abu Bakr. Moge Allah je vergeven, Abu Bakr!" Abu Bakr wende zich af en weende terwijl hij weg liep.


Laten we vandaag achter ons laten met het voornemen om de houding die boodschapper van Allah (vzmh) en zijn metgezellen uitdroegen te doen herleven, de houding van genade, liefde en broederschap.

Bron:

















door Muhammad Alshareef
Vertaald uit: The modern Religion 

1 opmerking:

Laat een reactie achter ...