zondag 25 november 2012

Het tegenwerken van de Waarheid

Het tegenwerken van de Waarheid
















Een van de voornaamste aanleidingen voor de aanwezigheid van het geloof en de godsdienst, en de ware Berichtgevingen waarmee de Profeten zijn gekomen, is de aanwezigheid van degene die hen tegenwerken, waaronder de ware leugenaars. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“En zo hebben Wij voor iedere Profeet vijanden aangesteld: satans van onder de mensen en de djinns. Zij werpen elkaar sierlijke woorden toe om (elkaar) te misleiden. En als jouw Heer het had gewild, dan hadden zij dit niet gedaan. Dus laat hen en datgene wat zij verzinnen. Zodat de harten van degenen die niet in het Hiernamaals geloven, ernaar (de misleiding) neigen en er tevreden over blijven, en zodat zij blijven verrichten wat zij verrichten. (Zeg, o Mohammed:) “Zal ik een andere beoordelaar dan Allah zoeken, terwijl Hij Degene is Die het Boek aan jullie heeft neergezonden en (het Boek) gedetailleerd uiteen heeft gezet?” Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven, weten dat het (de Koran) in Waarheid is neergezonden door jullie Heer. Dus behoor niet tot de twijfelaars. En het Woord van jouw Heer is in Waarheid en rechtvaardigheid tot voltooiing gebracht. Niemand kan Zijn Woorden veranderen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende.”

(Soerat al-Ancaam: 112-115)

Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):

“En op de Dag waarop de onrechtpleger op zijn handen zal bijten, (en) zal zeggen: “Had ik (in de wereld) maar (samen) met de Boodschapper een Weg (naar de redding) genomen.Wee mij! had ik maar niet die persoon als boezemvriend genomen.Voorzeker, hij heeft mij doen afdwalen van de Vermaning (d.w.z. van de Koran), nadat deze tot mij was gekomen. En de satan laat de mensen (altijd)in de steek.”En de Boodschapper (Mohammed) zei: “O mijn Heer, waarlijk, mijn volk heeft deze Koran verlaten.”En zo hebben Wij voor iedere Profeet vijanden aangesteld onder de misdadigers. Maar jouw Heer volstaat als Leider en Helper.”
(Soerat al-Foerqaan: 27-31)

Wanneer de waarheid verloochend wordt en tegengewerkt wordt door het wekken van twijfels, brengt Allah datgene waarmee de Waarheid de overhand krijgt en valsheid met de grond gelijk wordt gemaakt. Dit middels de duidelijke tekenen waarmee Hij de duidelijke bewijzen toont en zodoende de nietige argumenten - waarmee getracht wordt om de Waarheid te ontkrachten - blootstelt.
















Nadat de veelgodendienaren de Koran verloochenden en alles op alles zetten om deze hoe dan ook met de grond gelijk te maken – terwijl zij uitgedaagd werden om met het gelijke ervan te komen, vervolgens tien hoofdstukken, en daarna één hoofdstuk – was dat een duidelijk teken van het feit dat zij niet in staat waren om het geloof tegen te werken. Dit terwijl zij zich erg inspanden en zij sterke drijfveren hadden. Hadden zij de Koran daarentegen gevolgd, zonder deze proberen tegen te werken of met de grond gelijk te maken, dan werd hun zwakheid om de Koran tegen te werken ook niet blootgesteld.

Hetzelfde geldt voor de tovenaars (in de tijd) van Moesa. Nadat zij Moesa tegenwerkten en Allah datgene waarmee zij kwamen vernietigde, was dat een Teken van Allah waarmee hij aantoonde dat datgene waarmee Moesa kwam de waarheid is. Dit is een van de verschillen tussen de bewijzen en tekenen waarmee de Profeten zijn gekomen. Deze worden ook wel wonderen genoemd. Hiertussen en tussen datgene wat daar enigszins op kan lijken, zoals de paranormale verschijnselen van de tovenaars of gedragingen van de satans zitten grote verschillen. Eén daarvan is datgene wat Allah benoemt in Zijn volgende Woorden (interpretatie van de betekenis):

“Zal Ik jullie berichten over (degene) op wie de satans neerdalen? Zij dalen neer op elke leugenachtige zondaar.”
(Soerat as-Shoecaraa’: 221-222)

Wat hier tevens toe behoort zijn de Verzen waarin Allah (de ongelovigen) uitdaagt, waar tevens uit blijkt dat de tekenen van de Profeten niet te evenaren zijn noch dat men met iets beters kan komen. Daarnaast is niemand in staat om deze met de grond gelijk te maken in tegenstelling tot de paranormale verschijnselen van de tovenaars en satans. Deze zijn wel degelijk in staat om tegenwerkt te worden of om deze te evenaren en zelf hierboven uit steken en deze met de grond gelijk te maken.
















Wanneer de vijanden van de Profeten (bestaande uit misdadigers uit de mensen en djinns) met bewijzen proberen te komen om het geloof van Allah neer te halen, zal dit een aanleiding zijn voor het uitblinken van het geloof. Het is immers de Belofte van Allah dat het geloof zal zegevieren. Allah heeft gezegd (interpretatie van de betekenis):

“Voorzeker, Wij hebben Onze Boodschappers met duidelijke tekenen gestuurd. En Wij zonden het Boek en de weegschaal (d.w.z. gerechtigheid) met hen neer, opdat de mensen voor rechtvaardigheid zullen staan. En Wij zonden ijzer neer, waar sterke kracht in is en voordeel voor de mensen, zodat Allah aantoont wie degene is die Hem (d.w.z. Zijn Godsdienst) en Zijn Boodschapper in het onwaarneembare helpt. Voorwaar, Allah is Sterk, Almachtig.”
(Soerat al-Hadied: 25)

Dit geschiedt middels Bewijzen en Tekenen van Allah waarmee hij de Waarheid van de valsheid onderscheidt en dwaling van Leiding, en het mogelijke van het onmogelijke en het slechte van het goede en de zonde van het deugdelijke. Het is een beproeving voor de mensen om de oprechten van de dwalenden te onderscheiden. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Allah zal de gelovigen niet in de toestand laten waarin jullie (nu) verkeren, totdat Hij het slechte van het goede onderscheidt.”
(Soerat Aali cImraan: 179)
















Daarnaast zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“Denken de mensen werkelijk dat zij met rust zullen worden gelaten, als zij zeggen: “Wij geloven,” (en)dat zij niet beproefd zullen worden? En voorzeker, Wij hebben degenen vóór hen beproefd. En Allah zal degenen die oprecht zijn tonen en Hij zal de leugenaars tonen. Of denken degenen die slechte daden verrichten dat zij een voorsprong op Ons hebben (d.w.z. aan Onze Bestraffing zullen ontsnappen)? Slecht is wat zij oordelen.”
(Soerat al-cAnkaboet: 2-4)

De beproeving betekent hier de test waar Profeet Moesa over zei (interpretatie van de betekenis):

“Dit is niets anders dan een beproeving van U, waarmee U doet afdwalen wie U wilt en leidt wie U wilt.”
(Soerat al-Acraaf: 155)

Met andere woorden Uw test waarmee U degenen doet afdwalen die geen gehoor geven aan de Profeten en waarmee U de volgelingen van de Profeten doet leiden. De beproeving voor de mensen kun je vergelijken met goud wanneer deze in hoogovens wordt gestopt. Hiermee wordt het zuivere van het vervalste onderscheiden. De waarheid is te vergelijken met goud, des te vaker het getest wordt des te zuiverder het wordt. De valsheid daarentegen is te vergelijken met het vervalste, als deze getest wordt komt de valsheid ervan naar voren.

Sheikh ul-Islaam Ibn Taymiyah
(Fragmenten uit al-Djawaab as-Sahieh, blz. 9-19)



1 opmerking:

Laat een reactie achter ...