maandag 11 juni 2012

Kuisheid is jezelf bedekken

Kuisheid is jezelf bedekken















De Wet van Allah kan door niemand gewijzigd worden. Zijn Wet staat vast en is overduidelijk voor degene die de Waarheid nastreeft. Degene die daarentegen zijn verlangen voorop stelt, zijn zaak is aan Allah. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Stel je geduldig op tezamen met degenen die hun Heer ‘s morgens en ‘s avonds aanroepen en die Zijn Aangezicht wensen en wend je ogen niet van hen af, strevende naar de pracht van het wereldse leven en gehoorzaam niet degene wiens hart Wij onachtzaam hebben gemaakt voor Onze gedenking en die zijn verlangen volgde en zijn zaak het ergste was.”
(Soerat al-Kahf: 28)


 
Beste zuster, deze Woorden zijn gericht aan ieder weldenkend mens die zich bekommert over zijn toekomst op aarde, in het graf en op de Dag des Oordeels. Om het Paradijs binnen te gaan, dienen wij terug te blikken op de rechtschapen mensen die ons zijn voorgegaan. Mensen die de top van vroomheid hebben weten te bereiken.

Er is verhaald dat op een dag Asmaa’ bintoe cOemays haar verhaal deed over de emigratie naar Abessinië. Terwijl zij daarmee bezig was, merkte zij op dat Faatimah, de dochter van de Profeet (vrede zij met hem), met haar gedachten was afgedwaald en niet meer aandachtig luisterde. Toen zij haar vroeg waar zij met haar gedachten was, antwoordde Faatimah: “Verontschuldig mij, O Asmaa’, ik zat na te denken.”





















Nu is de vraag: ‘Waar dacht zij dan aan?’ Dacht zij aan het kopen van een nieuwe jurk om de komende bruiloft aan te trekken? Of aan een nieuw kleurtje in haar haar? Of de nieuwe waterproof make-up? Nee, zij dacht aan de dag van morgen. Zou zij het redden of zou de dood haar vóór morgen al komen ophalen? En als zij dood zou gaan, moet zij dan in lijkengewaden naar buiten gebracht worden? Op klaarlichte dag? En dat ze dan gezien zou worden door vreemde mannen?

Moge Allah Faatimah rijkelijk belonen voor dit verheven karakter van haar. Zij schaamt zich om zelfs als lijk naar buiten te gaan, verwikkeld in gewaden. Het is niet zo dat zij zich richting de markt of het park begeeft, maar zij wordt als dode naar haar begraafplaats gebracht! En toch schaamt zij zich. Hoe komt het dan dat de levenden zich niet schamen?

Stel dat Faatimah zich vandaag onder onze vrouwen zou begeven op de marktplaatsen en ziet hoe schaamte het heeft verloren van losbandigheid. Moslima’s die heupwiegend door de straten struinen, de walm parfum die over hun heen hangt en hun gegiechel die vijf straten verder nog steeds te horen is.

Wat zou Faatimah dan zeggen? Of zou zij juist door deze zusters raar worden aangekeken en van radicalisme worden beticht? Terwijl juist deze vrouw het nieuws heeft gekregen dat zij tot de beste vrouwen van het Paradijs behoort! En dit had alles te maken met de mate van haar schaamte. De Profeet (vrede zij met hem) zegt: “Schaamte komt slechts met het goede.”

Dus tegen onze zusters willen wij zeggen dat zij zich moet afvragen: “Hoe kijk ik tegen het Paradijs aan?” Wil je hiervoor in aanmerking komen, dan zul je in de voetsporen van Faatimah moeten treden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat een reactie achter ...